Einde inhoudsopgave
Reglement van orde van de Europese Centrale Bank
Artikel 3 bis Roulatiesysteem
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
19-03-2009, PbEU 2009, L 100 (uitgifte: 18-04-2009, regelingnummer: ECB/2009/5 2009/328/EG)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-03-2009, PbEU 2009, L 100 (uitgifte: 18-04-2009, regelingnummer: ECB/2009/5 2009/328/EG)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt in werking op de dag waarop, door de toetreding van Litouwen tot het Eurogebied, het aantal presidenten van de raad van bestuur van de ECB meer dan 18 bedraagt.
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Accounting (V)
1.
Presidenten worden in groepen onderverdeeld zoals uiteengezet in het eerste en tweede streepje van artikel 10, lid 2 van de statuten.
2.
De presidenten worden in elke groep ondergebracht volgens de EU-afspraak, overeenkomstig een lijst van hun nationale centrale banken in alfabetische volgorde van de namen van de lidstaten in de nationale talen. De roulatie van de stemrechten binnen elke groep gebeurt in deze volgorde. De roulatie start op een willekeurige plaats in de lijst.
3.
De stemrechten binnen elke groep rouleren elke maand, met ingang van de eerste dag van de eerste maand van de tenuitvoerlegging van het roulatiesysteem.
4.
Voor de eerste groep bedraagt het aantal roulerende stemrechten in een maand één; voor de tweede en de derde groep bedraagt het aantal roulerende stemrechten in een maand het verschil tussen het aantal presidenten in de groep en het aantal aan de groep verleende stemrechten, min twee.
5.
Bij aanpassing van de samenstelling van de groep overeenkomstig het vijfde streepje van artikel 10, lid 2 van de statuten, volgt de roulatie van de stemrechten binnen elke groep verder de lijst van lid 2. Met ingang van de datum waarop het aantal presidenten 22 bedraagt, begint de roulatie in de derde groep op een willekeurige plaats in de lijst. De raad van bestuur kan beslissen de volgorde van de roulatie voor de tweede en de derde groep te wijzigen opdat bepaalde presidenten niet telkens gedurende dezelfde periodes van het jaar geen stemrecht hebben.
6.
De ECB publiceert vooraf op de website van de ECB een lijst van de leden van de raad van bestuur met stemrecht.
7.
Het aandeel van een lidstaat van een nationale centrale bank in de totale geaggregeerde balans van de monetaire financiële instellingen wordt berekend op basis van het jaarlijkse gemiddelde van de gemiddelde maandgegevens gedurende het meest recente kalenderjaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn. Als het geaggregeerde bruto binnenlands product tegen marktprijzen gewijzigd wordt overeenkomstig artikel 29, lid 3 van de statuten, of als een land een lidstaat wordt en haar nationale centrale bank deel gaat uitmaken van het Europees Stelsel van centrale banken, wordt de totale geaggregeerde balans van de monetaire financiële instellingen van de lidstaten die de euro aangenomen hebben, herberekend op basis van gegevens aangaande het meest recente kalenderjaar waarvoor gegevens beschikbaar zijn.