Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/24.4.8.5.7
24.4.8.5.7 Uitgekeerde winst vormt geen bezwarende titel
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS369407:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
HvJ EG 26 juni 2003, nr. C-442/01 (KapHag), V-N 2003/34.14, r.o. 38 en 39.
HvJ EG 22 juni 1993, nr. C-333/91 (Sofitam), FED 1993/608, r.o. 12.
HvJ EG 20 juni 1991, nr. C-60/90 (Polysar), FED 1991/633, r.o. 13, HvJ EG 22 juni 1993, nr. C-333/ 91 (Sofitam), FED 1993/608, r.o. 12, HvJ EG 27 september 2001, nr. C-16/00 (Cibo), V-N 2001/55.7, r.o. 19 en HvJ EG 6 februari 1997, nr. C-80/95 (Harnas & Helm), BNB 1997/386, r.o. 15 en HvJ EG 26 juni 2003, nr. C-442/01 (KapHag), V-N 2003/34.14), r.o. 38.
Art. 2:80a lid 1 jo. 2:80b BW en art. 191a lid 1 jo. Art. 2:191b BW. Arbeid kan niet worden gestort op aandelen op aandelen in een kapitaalsvennootschap.
Ik meen dat de storting in natura op aandelen in een kapitaalsvennootschap ook geen handeling onder bezwarende titel is om dezelfde redenen waarom een inbreng in natura in een personenvennootschap geen belastbare handeling is (zie hierna).
In de zaak KapHag heeft het HvJ EG een vergelijking gemaakt tussen het verwerven van bestaande aandelen in een kapitaalsvennootschap door een aandeelhouder van een andere aandeelhouder en het toetreden tegen inbreng van een vennoot tot een personenvennootschap.1 Ik meen dat een vergelijking tussen het nemen van nieuwe aandelen in een kapitaalsvennootschap door een aandeelhouder en het toetreden van een vennoot zuiverder is. De inbreng in een personenvennootschap kan daarom beter worden vergeleken met het storten op aandelen die de aandeelhouder neemt (aan de bron) dan met de betaling voor het verwerven van aandelen van een andere aandeelhouder. Het HvJ EG had beter het toetreden in een personenvennootschap kunnen vergelijken met de uitgifte van nieuwe aandelen, dan met het verwerven van bestaande aandelen. Voor de btw dient inbreng in een personenvennootschap dan ook niet anders behandeld worden dan het storten op aandelen in een kapitaalsvennootschap. Een aandeelhouder in een kapitaalsvennootschap ontvangt in de regel dividend, omdat hij door middel van storting op de aandelen kapitaal ter beschikking heeft gesteld. Een vennoot in een personenvennootschap ontvangt in de regel een winstuitkering, omdat hij productiefactoren ter beschikking heeft gesteld. Dividend vormt de opbrengst van een financiële deelneming in een kapitaalsvennootschap. Volgens vaste rechtspraak van het HvJ EG, vormt het dividend niet de vergoeding voor het financiële deelnemen in een onderneming (het storten op aandelen). Het enkele nemen van financiële deelnemingen in andere ondernemingen is geen economische activiteit.2 Dividend vloeit voort uit de loutere eigendom van een aandeel. Dividend kan dan ook niet de vergoeding voor het deelnemen in een onderneming vormen.3
Als dividend niet de vergoeding voor het deelnemen in een onderneming vormt, maar een rechtstreeks gevolg is van het houden van aandelen (waarop gestort is), en tussen financiële deelnemingen in kapitaalsvennootschappen en die in personenvennootschappen geen principiële verschillen bestaan (zie paragraaf 24.4.8.5.2), dan vormt mijns inziens een winstuitkering van een personenvennootschap ook niet de vergoeding voor het deelnemen daarin, maar is het een rechtstreeks gevolg van het houden van een vennootschapsbelang. Dat een storting op aandelen normaliter in contanten plaatsvindt, doet daaraan niet af. Het is immers mogelijk dat een storting op aandelen plaatsvindt in natura.4 Ook wanneer een storting op aandelen in natura plaatsvindt, zal het dividend nog steeds voortvloeien uit de loutere eigendom van het aandeel.5 Bij een winstrecht in een personenvennootschap is dat dan niet anders.
Geconcludeerd moet dus worden dat de winstuitkering geen bezwarende titel vormt voor de inbreng. Nagegaan moet dan nog worden of het recht op een winstuitkering wellicht de bezwarende titel kan vormen.