Einde inhoudsopgave
Besluit (GBVB) 2021/509 tot oprichting van een Europese Vredesfaciliteit, en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2015/528
Artikel 56 Doelstellingen en beginselen
Geldend
Geldend vanaf 22-03-2021
- Bronpublicatie:
22-03-2021, PbEU 2021, L 102 (uitgifte: 24-03-2021, regelingnummer: 2021/509)
- Inwerkingtreding
22-03-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-03-2021, PbEU 2021, L 102 (uitgifte: 24-03-2021, regelingnummer: 2021/509)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Financiering
1.
De voornaamste doelstellingen van steunmaatregelen zijn:
- a)
het versterken van de capaciteit op militair en defensiegebied en weerbaarheid van derde staten en van regionale en internationale organisaties;
- b)
het snel en effectief bijdragen aan de militaire respons van derde staten en regionale en internationale organisaties in crisissituaties;
- c)
het effectief en efficiënt bijdragen aan conflictpreventie, stabilisatie en vredesopbouw, onder meer in de context van operaties met taken op het gebied van opleiding, advies en begeleiding in de veiligheidssector, alsook in andere pre- of postconflictsituaties;
- d)
het ondersteunen van samenwerking op het gebied van veiligheid en defensie tussen enerzijds de Unie en anderzijds een derde staat of een regionale of internationale organisatie.
2.
Steunmaatregelen moeten op de volgende beginselen zijn gebaseerd:
- a)
zij moeten sporen met het beleid en de doelstellingen van het externe optreden van de Unie die gericht zijn op vredesopbouw, conflictpreventie en versterking van de internationale veiligheid;
- b)
zij moeten in overeenstemming zijn met het Unierecht en met het beleid en de strategieën van de Unie, met name het EU-breed strategisch kader voor steun aan de hervorming van de veiligheidssector en de geïntegreerde aanpak van externe conflicten en crises, met de strategische aanpak van de EU inzake vrouwen, vrede en veiligheid, en met de relevante resoluties van de VN-Veiligheidsraad;
- c)
zij moeten stroken met de verplichtingen van de Unie en de lidstaten uit hoofde van het internationaal recht, in het bijzonder het internationaal recht inzake de mensenrechten en het internationaal humanitair recht;
- d)
zij mogen geen afbreuk doen aan het specifieke karakter van het veiligheids- en defensiebeleid van een lidstaat en niet in strijd zijn met de veiligheids- en defensiebelangen van de Unie en haar lidstaten.
3.
Bij alle steunmaatregelen waarbij goederen worden uitgevoerd of overgedragen die op de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen staan, worden de beginselen in acht genomen die zijn vastgesteld in Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB, en deze steunmaatregelen doen geen afbreuk aan de procedure die de lidstaten met betrekking tot een dergelijke uitvoer of overdracht moeten volgen overeenkomstig genoemd gemeenschappelijk standpunt, onder meer wat de evaluatie betreft. Bovendien mogen dergelijke steunmaatregelen geen afbreuk doen aan de bevoegdheid van de lidstaten inzake het beleid voor de overdracht van militaire goederen binnen de Unie en de uitvoer ervan.
4.
Voorstellen voor steunmaatregelen gaan vergezeld van een beoordeling door de hoge vertegenwoordiger, waaronder een conflictsensitiviteits- en een contextanalyse en een risico- en effectbeoordeling. De voorstellen moeten ook afdoende waarborgen, controles, mitigatie- en begeleidende elementen omvatten en regelingen voor monitoring en evaluatie, krachtens artikel 9, lid 3, en de in lid 2 van het onderhavige artikel bedoelde beginselen. Met het oog op de noodzakelijke effectiviteit en samenhang moeten een dergelijke analyse en beoordeling, indien van toepassing, voortbouwen op de ervaring die actoren van de Unie op dit gebied hebben opgedaan. De in artikel 63 bedoelde periodieke verslagen van de hoge vertegenwoordiger aan het PVC over de uitvoering van steunmaatregelen moeten ook over de in dit lid bedoelde aspecten gaan.