HR, 26-01-2018, nr. 16/01563
16/01563
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26-01-2018
- Zaaknummer
16/01563
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2018:103, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑01‑2018; (Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHAMS:2016:674, Bekrachtiging/bevestiging
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑01‑2018
- Vindplaatsen
NLF 2018/0266 met annotatie van
Douanerechtspraak 2018/45
NTFR 2018/257 met annotatie van mr. B.A. Kalshoven
Uitspraak 26‑01‑2018
Inhoudsindicatie
Douanerechten; posten 2007 en 2008 van de GN; aantekening 5 op hoofdstuk 20 van de GN; tariefindeling van een bananenpuree; om een product als vruchtenpuree of vruchtenmoes in de zin van tariefpost 2007 te kunnen aanmerken, maakt het niet uit dat de vruchtenpuree of -moes is verkregen door de vruchten eerst te pureren en daarna te koken of te stoven dan wel dat de puree of moes is ontstaan door vruchten tot een puree of moes te koken.
Partij(en)
26 januari 2018
nr. 16/01563
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 9 februari 2016, nr. 14/00173, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. AWB 13/1376) betreffende de bij beschikking ten aanzien van belanghebbende gegeven bindende tariefinlichting. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
1. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
2.1.1.
Belanghebbende heeft op 18 juli 2012 de Inspecteur schriftelijk verzocht om afgifte van een bindende tariefinlichting voor een product dat door haar is omschreven als “bananenpuree met een gelige kleur” (hierna: de bananenpuree). De bananenpuree wordt gebruikt bij de productie van dranken. Belanghebbende heeft verzocht de bananenpuree in te delen in postonderverdeling 2008 99 49 van de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: de GN) als “vruchten (…), op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoete stoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen”. Voor goederen van deze postonderverdeling bedraagt het tarief van douanerechten 17,6 percent.
2.1.2.
De bananenpuree wordt als volgt geproduceerd. Gewassen bananen, ontdaan van schil, worden in molens gepureerd onder toevoeging van stikstof waarmee oxidatie van de bananen wordt voorkomen. De verkregen puree wordt gefiltreerd en ontdaan van mogelijk aanwezige metalen delen. Daarna ondergaat de puree een eerste warmtebehandeling om enzymen uit te schakelen die verkleuring van de puree kunnen veroorzaken. Tijdens dit proces wordt kortstondig (enkele seconden) waterdamp toegevoegd waardoor de temperatuur van de puree stijgt tot ongeveer 105 graden Celsius. Door de toegevoegde waterdamp groeit het volume van de puree en wordt de viscositeit van de puree verlaagd.
Na deze eerste warmtebehandeling wordt de toegevoegde waterdamp onttrokken door gebruikmaking van drukverschillen. Deze stap in het productieproces dient om bepaalde aromatische delen vrij te laten komen en op te vangen.
Na filtreren, mixen en opslag vindt vervolgens een tweede warmtebehandeling plaats. De puree wordt onder vacuüm gebracht en gedurende een bepaalde tijd verwarmd tot 70 graden Celsius. Tijdens deze behandeling wordt water aan de puree onttrokken waardoor het volume van de puree afneemt en de viscositeit toeneemt.
2.1.3.
De Inspecteur heeft op 9 oktober 2012 een bindende tariefinlichting verstrekt. Hij heeft de bananenpuree als “(…) vruchtenmoes (…), door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen” ingedeeld in postonderverdeling 2007 99 39 van de GN. Voor goederen van deze postonderverdeling bedraagt het tarief van douanerechten 24 percent, vermeerderd met € 23 per 100 kilogram.
2.2.
Het Hof heeft geoordeeld dat de bananenpuree moet worden ingedeeld onder post 2007 van de GN. Voor het oordeel dat de bananenpuree een door koken of stoven verkregen vruchtenmoes is, achtte het Hof van belang dat uit de bewoordingen van de post noch uit enige in de GN opgenomen aantekening volgt dat de puree moet zijn ontstaan door een warmtebehandeling. Naar het oordeel van het Hof voldoet een vruchtenmoes die een warmtebehandeling heeft ondergaan waarbij de viscositeit van het product is verhoogd, aan aantekening 5 op hoofdstuk 20 van de GN. Het feit dat het product al was gepureerd voorafgaand aan de warmtebehandeling, staat, aldus het Hof, niet in de weg aan indeling in post 2007 van de GN.
2.3.1.
Het middel richt zich tegen de hiervoor weergegeven oordelen van het Hof en betoogt dat die oordelen blijk geven van een onjuiste uitleg van de zinsnede “vruchtenmoes, door koken of stoven verkregen” in post 2007 van de GN in samenhang gelezen met aantekening 5 op hoofdstuk 20 van de GN.
2.3.2.
Bij de behandeling van het middel wordt het volgende vooropgesteld.
2.3.2.1. Post 2007 van de GN luidt:
“Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen:”
Post 2008 van de GN luidt als volgt:
“Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen:”
2.3.2.2. Aantekening 5 op hoofdstuk 20 van de GN luidt:
“Voor de toepassing van post 2007 wordt onder “door koken of stoven verkregen” verstaan, verkregen door een warmtebehandeling bij atmosferische druk of bij verminderde druk met het oog op de verhoging van de viscositeit van het product door vermindering van het watergehalte of door andere middelen.”
Aantekening 5 op hoofdstuk 20 van het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (hierna: het GS) luidt in de Engelse versie, een van de authentieke talen van het GS, als volgt:
“For the purposes of heading 20.07 the expression “obtained by cooking” means obtained by heat treatment at atmospheric pressure or under reduced pressure to increase the viscosity of a product through reduction of water content or other means.”
2.3.2.3. In de toelichting van de Werelddouaneorganisatie (hierna: de WDO) op post 20.07 van het GS is met betrekking tot ‘vruchtenmoes’ (in de authentieke Engelse versie van post 20.07 van het GS vermeld als: fruit purée) het volgende opgenomen:
“Fruit or nut purées are prepared by boiling sieved fruit pulp or powdered nuts with or without the addition of sugar, to a thickish consistency. Fruit purées differ from jams in having a higher proportion of fruit and a smoother consistency.”
2.3.2.4. In de toelichting van de WDO op post 20.08 van het GS is het volgende vermeld:
“This heading covers fruit, nuts and other edible parts of plants, whether whole, in pieces or crushed, including mixtures thereof, prepared or preserved otherwise than by any of the processes specified in other Chapters or in the preceding headings of this Chapter.”
2.3.3.
Naar uit de tekst van post 2008 van de GN blijkt, vormt deze een restpost. Daarom moet eerst worden onderzocht of de bananenpuree vatbaar is voor indeling onder – voor zover hier van belang – post 2007 van de GN. In dat kader moet in het bijzonder worden onderzocht of de bananenpuree is bereid of verduurzaamd op een wijze als in die post genoemd.
2.3.4.
De tekst van post 2007 van de GN moet worden gelezen in samenhang met de hiervoor in 2.3.2.2 bedoelde aantekening en de hiervoor in 2.3.2.3 en 2.3.2.4 weergegeven toelichtingen van de WDO, in het bijzonder ook voor zover betrekking hebbend op ‘vruchtenmoes’ (in de authentieke Engelse versie van post 20.07 van het GS: fruit purée). Uit dit een en ander moet worden afgeleid dat post 2007 producten omvat die zijn bereid of verduurzaamd door vruchten in hun geheel dan wel in stukken, gehakt of anderszins klein gemaakt een warmtebehandeling bij atmosferische druk of bij verminderde druk te doen ondergaan met het oog op de verhoging van de viscositeit van het product en welke producten na bereiding worden aangemerkt als jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes of vruchtenpasta.
Anders dan het middel betoogt, kan uit de authentieke taalversies van de toelichting van de WDO op post 20.07 van het GS niet worden afgeleid dat de in die post bedoelde wijze van bereiding of verduurzaming van vruchten moet meebrengen dat vruchten veranderen in een moes of puree (of in een van de andere in post 2007 van de GN vermelde vormen) uitsluitend als gevolg van langdurig koken of stoven. Waar het middel betoogt dat vóór de warmtebehandeling sprake moet zijn van een ander product dan na de warmtebehandeling en dit zich volgens het middel niet voordoet bij de bananenpuree, wordt opgemerkt dat ook met het doen ondergaan van een of meer achtereenvolgende warmtebehandelingen met het oog op verhoging van de viscositeit een bewerking plaatsvindt waarbij objectieve eigenschappen en kenmerken van de desbetreffende vruchten wijzigen.
Dat de door het middel voorgestane lezing van de zinsnede “door koken of stoven verkregen” ook niet is bedoeld, vindt bevestiging in het door het Hof in punt 6.4 van zijn uitspraak aangehaalde, in 2015 gepubliceerde, indelingsadvies van de WDO inzake een perzikenpuree verkregen door verse perziken te pureren en vervolgens een warmtebehandeling te doen ondergaan om het watergehalte van het product te verminderen en de viscositeit te verhogen.
2.3.5.
Aan het voorgaande doet niet af hetgeen het Hof van Justitie van de Europese Unie in zijn arrest van 18 april 1991, Nordgetränke GmbH & Co. Kg, C‑324/89, ECLI:EU:C:1991:158, heeft overwogen met betrekking tot post 20.05 van het gemeenschappelijk douanetarief, die vóór de inwerkingtreding van het GS en de GN nagenoeg gelijkluidend was aan post 20.07 van het GS en post 2007 van de GN. In punt 9 van dit arrest heeft het Hof van Justitie overwogen dat een product niet kan worden beschouwd als te zijn ‘verkregen’ door koken wanneer het reeds in pureevorm bestond voordat het aan het concentratieprocédé onder vacuüm werd onderworpen. Bedacht moet echter worden dat de desbetreffende overweging voortbouwde op de in punt 8 van dat arrest door het Hof van Justitie gegeven definitie van het begrip koken, welke definitie is achterhaald door de hiervoor in 2.3.2.2 weergegeven aantekening 5 op hoofdstuk 20 van het GS respectievelijk van de GN.
2.3.6.
Uit hetgeen hiervoor in 2.3.3 tot en met 2.3.5 is overwogen, volgt dat de omstandigheid dat het pureren van de bananen heeft plaatsgevonden vóór de warmtebehandeling als bedoeld in aantekening 5 op hoofdstuk 20 van de GN, niet eraan in de weg staat de bananenpuree te beschouwen als een door koken of stoven verkregen vruchtenmoes of vruchtenpuree in de zin van post 2007 van de GN. Het middel faalt derhalve.
3. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en M.E. van Hilten, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2018.
Beroepschrift 26‑01‑2018
1. Inleiding
1.1
Namens [X] BV (hierna ook aangeduid als ‘Belanghebbende’) heeft ondergetekende, [A], gemachtigde — zonder aanvoering van gronden — beroep in cassatie ingesteld tegen het vonnis van de Douanekamer van het Gerechtshof Amsterdam (‘het Hof’) van 9 februari 2016 het kenmerk 14/00173 inzake het hoger beroep van Belanghebbende met betrekking tot de indeling van bananenpuree.
1.2
In de beroepsprocedure bij de Rechtbank Haarlem, alsook de procedure in hoger beroep bij het Hof, stond ter discussie de vraag hoe de onderhavige bananenpuree moet worden ingedeeld in de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna ‘GN’), meer in het bijzonder onder welke GN-code indeling zou moeten plaatsvinden.
1.3
Belanghebbende betoogde in de beroepsprocedure bij de rechtbank alsmede in het hoger beroep voor het Hof dat indeling dient te geschieden in postonderverdeling 2008 9949 van de GN. De inspecteur handhaafde zijn eerder in bezwaar ingenomen standpunt dat de indeling dient plaats te vinden in postonderverdeling 2007 9939 van de GN.
1.4.
Het Hof oordeelt — samengevat — dat de bananenpuree voor indeling in post 2007 niet hoeft te zijn ontstaan door een warmtebehandeling. De omstandigheid dat de bananenpuree een warmtebehandeling bij atmosferische druk heeft ondergaan waarbij de viscositeit van het product is verhoogd, is volgens het Hof voldoende de puree aan te merken als een product dat voldoet aan de bewoording van post 2007 en aantekening 5 op hoofdstuk 20.
1.5
Ook is het Hof van mening dat het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 18 april 1991. C-324/89 , inzake Nordgetränke GmbH & Co. Kg, evenmin aan indeling in post 2007 in de weg staat.
1.6
Bij brieven van 30 maart 2016 heeft de griffier bij uw Raad de ontvangst van het beroepschrift bevestigd onder kenmerk F 16/01563 en verzocht om uiterlijk binnen zes weken de gronden van cassatie aan te voeren.
1.7
Thans wordt overgegaan tot de motivering van het cassatieberoep. Aan het beroep ligt het hierna beschreven middel van cassatie ten grondslag.
1.8
Voor de vaststaande en niet ter discussie staande feiten wordt verwezen naar de procesdossiers en uitspraken van de rechtbank en het Hof.
2. Grief
Grief: Schending, althans verkeerde toepassing van het recht, in het bijzonder van Verordening
(EEG) nr. 2658/87, doordat het Hof in zijn vonnis ten onrechte, onbegrijpelijk dan wel onvoldoende gemotiveerd heeft geoordeeld dat de onderhavige bananenpuree vatbaar is voor indeling in post 2007.
2.1.
In onderdeel 6.1. — 6.4 van het vonnis overweegt het Hof als volgt:
‘6.1.
Gelijk de rechtbank heeft geoordeeld zijn voor de indeling van goederen in de GN wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken. Partijen houdt in wezen enkel verdeeld de vraag of de omstandigheid dat het product reeds in pureevorm bestaat voordat het een warmtebehandeling ondergaat, er aan in de weg staat dat het product kan worden beschouwd als ‘door koken of stoven verkregen’ zoals post 2007 verlangt.’
‘6.2.
De rechtbank heeft de onder 6.1 geformuleerde vraag ontkennend beantwoord. Het Hof volgt dit oordeel van de rechtbank. Noch uit de bewoordingen van de post, noch uit de aantekeningen, valt de conclusie te trekken dat de puree dient te zijn ontstaan door de warmtebehandeling. De bananenpuree heeft een warmtebehandeling bij atmosferische druk ondergaan waarbij de viscositeit van het product is verhoogd — als omschreven in aantekening 5 — en derhalve voldoet de puree aan de bewoordingen van de post en de aantekening. Het feit dat het product reeds gepureerd is voorafgaand aan de warmtebehandeling staat niet aan indeling in post 2007 in de weg.’
‘6.3.
Gelijk de rechtbank heeft geoordeeld staat het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 18 april 1991, C-324/89, inzake Nordgetränke GmbH & Co. Kg, evenmin aan indeling onder post 2007 in de weg. Naar het oordeel van het Hof heeft de rechtbank dienaangaande een juiste beslissing genomen. Het Hof neemt die over en maakt de daartoe door de rechtbank gebezigde gronde tot de zijne.’
‘6.4.
Naast de genoemde argumenten vindt het Hof steun voor zijn oordeel in het indelingsadvies van de Wereld Douaneorganisatie (WDO), vastgesteld door het Comité GS, gepubliceerd in Pb EU C-341/1 van 16 oktober 2015 (met verwijzing naar de website van de WDO). In dit indelingsadvies, dat strekt tot indeling in GS-code 2007.99, is als volgt besloten ten aanzien van de indeling van perzikenpuree, die eveneens in reeds gepureerde vorm een warmtebehandeling heeft ondergaan:
‘Peach purée obtained from fresh peaches which have been crushed and then passed through a sieve with an aperture of 0.4 to 0.8 mm. The product thus obtained is then heat treated by steam under reduce pressure (vacuum) at a temperature of 50 to 60o for 50 to 60 minutes, reduce the water content in the product and increase its viscosity.’
Een indelingsadvies van de WDO is naar vaste rechtspraak weliswaar enkel een (belangrijk) hulpmiddel en niet wettelijk bepalend voor de indeling, maar nu het WDO-advies niet indruist tegen de bewoording van de post, noch tegen de aantekeningen, ziet het Hof hierin een bevestiging van zijn oordeel dat aan de indeling als gepureerde vruchten van post 2007 niet in de weg staat dat deze in reeds gepureerde vorm de warmtebehandeling ondergaan.’
2.2.
Dit oordeel van de het Hof is:
- —
Onbegrijpelijk, althans onvoldoende gemotiveerd, omdat niet duidelijk is waarom het Hof van mening is dat de bewoording van de kop van post 2007 van toepassing is op de onderhavige bananenpuree;
- —
Onjuist en onvoldoende gemotiveerd, doordat het Hof ten onrechte vaststelt dat de bananenpuree niet hoeft te zijn ontstaan door de warmtebehandeling;
- —
Onjuist en onvoldoende gemotiveerd, doordat het Hof ten onrechte vaststelt dat het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 18 april 1991, C-324/89, inzake Nordgetränke GmbH & Co. Kg indeling van de onderhavige bananenpuree in post 2007 niet in de weg staat;
- —
Onjuist en onvoldoende gemotiveerd, doordat het Hof ten onrechte vaststelt dat het indelingsadvies van de Wereld Douaneorganisatie (WDO), vastgesteld door het Comité GS, gepubliceerd in Pb EU C-341/1 van 16 oktober 2015 (met verwijzing naar de website van de WDO) van toepassing kan worden verklaard bij de indeling van de onderhavige bananenpuree.
Toelichting cassatiemiddel
De kop van de post; wettelijke bepaling
2.3.
Het Hof gaat in haar uitspraak niet in op de bewoordingen van de kop van post 2007. In de kop van post 2007 (wettelijke bepaling) is een limitatieve lijst opgenomen van de producten die in deze post kunnen en mogen worden ingedeeld. Genoemd zijn jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta.
2.4.
Het onderhavige product kwalificeert echter als een bananenpuree, derhalve een vruchtenpuree. Hierover bestaat overigens geen discussie. In de uitspraak duidt het Hof het onderhavige product immers ook steeds aan als een puree.
2.5.
De onderhavige bananenpuree kwalificeert niet als één van de producten bedoeld in post 2007, ofwel jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta. De definities van de in deze post genoemde producten zijn opgenomen in de toelichting IDR op post 2007. De tekst van deze toelichting luidt:
‘Jam wordt bereid door vruchten en vruchtenpulp of bepaalde groenten (bijvoorbeeld pompoenen, aubergines) of andere planten (bijvoorbeeld, gember en rozenblaadjes) te koken met ongeveer een gelijk gewicht aan suiker. Wanneer ze is afgekoeld is jam tamelijk dik; zij bevat stukjes van vruchten.
Marmelade is een soort van jam, die in de regel met citrusvruchten wordt gemaakt.
Gelei van vruchten wordt vervaardigd door vruchtensappen (geperst uit verse of uit gekookte vruchten) met suiker te koken. Hierdoor wordt een product verkregen dat bij afkoeling een stevig gel vormt. Gelei is vast en doorschijnend en bevat geen stukjes van vruchten.
Vruchtenmoes bestaat uit door een zeef gewreven vruchten of noten in poedervorm, die met of zonder toevoeging van suiker langdurig zijn gekookt tot een dikke brij. Het product onderscheidt zich van jam door het hoge gehalte aan vruchten en door een wekere samenstelling.
Vruchtenpasta's (van appelen, kweeperen, peren, abrikozen, amandelen, enzovoort) bestaan uit ingedampte vruchtenpulp. Zij zijn vast of nagenoeg vast.’
2.6.
Gelet op deze definities kan worden vastgesteld dat de onderhavige bananenpuree in ieder geval niet kwalificeert als jam, marmelade, gelei of vruchtenpasta. Er is immers geen sprake van het toevoegen van een hoeveelheid suiker die ongeveer gelijk is aan het gewicht van de puree (voorwaarde bij jam en marmelade), er is geen sprake van vruchtensappen die gekookt worden (voorwaarde bij gelei) en er is geen sprake van een vast of nagenoeg vast product (voorwaarde bij vruchtenpasta's).
2.7.
Mogelijk is er sprake van vruchtenmoes, maar dan moet er sprake zijn van langdurig koken. Dat er bij de productie van de onderhavige bananenpuree geen sprake is van — op enig moment — langdurig koken, blijkt uit het productieproces. Het productieproces staat hier niet ter discussie. In de uitspraak van de rechtbank Noord Holland van 14 februari 2014, zaaknummer AWB 13/1376 is in onderdeel 2.1 en 2.2 dit productieproces als één van de tussen partijen vaststaande feiten opgenomen.
2.8.
In de beschrijving van het productieproces (punt 2.2.) blijkt dat de bananenpuree twee warmtebehandelingen ondergaat. De eerste is bij stap 15, Direct heating, een productiestap die slechts enkele seconden duurt. Dit kwalificeert niet als langdurig koken.
2.9.
De tweede warmtebehandeling, bij stap 22, is er een waarbij de temperatuur oploopt tot 70oC. Omdat hierbij de viscositeit toeneemt, is er mogelijk sprake van koken zoals bedoeld in aantekening 5 op hoofdstuk 20. Van koken zoals bedoeld in de toelichting IDR, is bij deze warmtebehandeling echter geen sprake. Gelet op de redactie van die toelichting moet het begrip koken worden opgevat en uitgelegd zoals koken gebruikelijk wordt bedoeld, namelijk verwarmen tot een temperatuur die hoger ligt dan het kookpunt van de betreffende producten.
2.10.
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de onderhavige bananenpuree ook niet kwalificeert als een vruchtenmoes. De onderhavige vruchtenpuree komt daarom niet overeen met één van de in post 2007 genoemde producten en kan om die reden dus niet worden ingedeeld in post 2007.
2.11.
De omstandigheid dat in de Franse en Engelse tekst van deze post de woorden purées (Fr) en purée voorkomen doet daar niet aan af. Het is niet de naam die bepalend is voor de indeling in post 2007, het is de manier waarop het betreffende product tot stand is gekomen.
2.12.
Conclusie is aldus dat de onderhavige bananenpuree niet kwalificeert als een product dat is genoemd in de kop van post 2007. Indelen in die post is alleen al daarom niet mogelijk.
Niet ontstaan door een warmtebehandeling / Nordgetränke GmbH & Co. Kg
2.13.
Het Hof is van mening dat de onderhavige bananenpuree niet hoeft te zijn ontstaan door een de warmtebehandeling. De omstandigheid dat er ergens in het productieproces een warmtebehandeling heeft plaatsgevonden bij atmosferische druk waarbij de viscositeit van het product is verhoogd, is voor het Hof voldoende reden aan te nemen dat aan aantekening 5 op hoofdstuk 20 wordt voldaan.
2.14.
Het Hof motiveert zijn oordeel met verwijzing naar het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 18 april 1991, C-324/89, inzake Nordgetränke GmbH & Co. Kg. Dit arrest — en het oordeel — ziet op een geschil dat is ontstaan vóór de invoering van het Geharmoniseerd Systeem. Dat hoeft op zichzelf geen reden te zijn waarom de inhoud van het arrest niet meer relevant is, maar bij vergelijking van het toepassingsbereik van post 2007 ten tijde van het arrest en nu, blijkt wel dat deze niet gelijk zijn. Daar waar nu in de toelichting IDR bij post 2007 wordt gesproken over een vruchtenpuree die is ontstaan vóórdat er een warmtebehandeling plaatsvindt, wordt in het arrest gesproken over een puree die moet zijn ontstaan door de warmtebehandeling.
2.15.
Deze stelling van het Hof is derhalve niet juist en ook onvoldoende gemotiveerd. In het arrest wordt, uitgebreider dan in de toelichting IDR, uitgelegd wat onder het begrip ‘verkregen’ moet worden verstaan. Met ‘verkregen’ wordt in het arrest bedoeld dat de toestand van het product moet zijn veranderd. Vóór de warmtebehandeling moet er sprake zijn van een ander product dan na de warmtebehandeling.
2.16.
De in het Nordgetränke-arrest bedoelde puree is niet gewijzigd door het kookproces. Aan de ‘voorkant’ van de warmtebehandeling was er sprake van een puree, ná de warmtebehandeling (‘achterkant’) is er (nog steeds) sprake van een puree.
2.17.
Het Hof is echter van mening (conform r.o. 5.3 van de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 14 februari 2014, zaaknummer AWB 13/1376) dat aan de voorkant van de warmtebehandeling wel sprake mag zijn van hetzelfde product als na de warmtebehandeling. Met andere woorden de warmtebehandeling hoeft niet tot gevolg te hebben dat een ander product wordt verkregen. Steun daarvoor, zo stelt de rechtbank en dus ook het Hof, wordt gevonden in de toelichting IDR op post 2007. Dit is echter niet juist.
2.18.
De in de toelichting IDR bedoelde vruchtenmoes is namelijk wel het resultaat van een warmtebehandeling (langdurig koken). Immers, aan de voorkant van de warmtebehandeling is er sprake van een ander product (puree) dan aan de achterkant van de warmtebehandeling (vruchtenmoes). Deze vruchtenmoes is dus verkregen door de warmtebehandeling.
2.19.
De onderhavige bananenpuree kwalificeert na de warmtebehandeling echter niet als vruchtenmoes (een product van post 2007). Het blijft (gewoon) puree. Met andere woorden de puree is niet verkregen door de warmtebehandeling.
2.20.
Het vorenstaande leidt tot de vaststelling dat het arrest en de toelichting IDR niet haaks op elkaar staan maar wat betreft de uitvoering precies hetzelfde beogen. Het arrest is daarom — ook na de invoering van het Geharmoniseerd Systeem — nog steeds van toepassing.
2.21.
De onderhavige bananenpuree kwalificeert derhalve niet als een product dat is verkregen door koken of stoven zoals bedoeld in aantekening 5 op hoofdstuk 20.
Het indelingsadvies van de Wereld Douaneorganisatie
2.22.
Het indelingsadvies van de Wereld Douaneorganisatie (WDO) gepubliceerd in Pb EU C-341/1 van 16 oktober 2015 ziet op de indeling van perzikenpuree.
2.23.
Het Hof is van mening dat dit indelingsadvies van overeenkomstige toepassing is op de bananenpuree die hier ter discussie staat. Het Hof stelt dat dit indelingsadvies niet indruist tegen de bewoording van post 2007.
2.24.
Deze stelling van het Hof is niet juist. In de kop van post 2007 staat een limitatieve opsomming van de producten die in die post mogen worden ingedeeld. Er kan geen discussie bestaan over het feit dat de onderhavige bananenpuree niet kwalificeert als jam, marmelade, gelei of vruchtenpasta. Voor de beoordeling of er sprake is van vruchtenmoes moet worden vastgesteld of er sprake is van koken zoals bedoeld in de toelichting IDR op post 2007.
2.25.
Expliciet wordt in de toelichting IDR gesproken over koken. In aantekening 5 op hoofdstuk 20 wordt expliciet gesproken over het begrip ‘door koken of stoven’. Met dit laatste wordt niet bedoeld koken in de zin van koken tot een temperatuur waarbij het kookpunt van de verwarmde producten wordt bereikt.
2.26.
Van de perzikenpuree die is genoemd in het indelingsadvies kan aan de hand van de omschrijving in het indelingsadvies niet worden vastgesteld dat deze puree na de warmtebehandeling niet kwalificeert als een product genoemd in de kop van post 2007. Mogelijk dat deze puree vóór de in het advies beschreven warmtebehandeling al als zodanig kwalificeert. Daarover is echter geen informatie voorhanden.
2.27.
De stelling dat deze perzikenpuree vergelijkbaar is met de bananenpuree en de bananenpuree op dezelfde manier moet worden ingedeeld, wordt door Belanghebbende dan ook verworpen.
3. Conclusie
3.1.
Op grond van het voorgaande moge belanghebbende uw Raad in overweging geven, het vonnis van de Douanekamer van het Gerechtshof te Amsterdam, waarvan beroep in cassatie, te vernietigen, en zelf in de zaak te voorzien door te oordelen dat de bananenpuree dient te worden ingedeeld onder postonderverdeling 2008 9949 van de GN, althans de zaak terug te verwijzen naar de Douanekamer van het Gerechtshof te Amsterdam, althans één van de Gerechtshoven.
3.2.
Tenslotte verzoekt Belanghebbende om een proceskostenvergoeding vast te stellen alsmede om vergoeding van het betaalde griffierecht.