Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake het wegverkeer
Artikel 17 Vaart minderen
Geldend
Geldend vanaf 21-05-1977
- Bronpublicatie:
08-11-1968, Trb. 1974, 35 (uitgifte: 15-03-1974, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-05-1977
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-1997, Trb. 1997, 25 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het is de bestuurder van een voertuig verboden plotseling te remmen tenzij het uit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk is zulks te doen.
2.
Elke bestuurder die van plan is in aanzienlijke mate vaart te verminderen, dient er zich eerst van te overtuigen dat hij zulks kan doen zonder gevaar of buitensporig ongemak voor andere bestuurders, behalve in die gevallen waar hij vaart moet verminderen uit hoofde van onmiddellijk dreigend gevaar. Bovendien dient hij zijn bedoeling duidelijk en tijdig kenbaar te maken door het daartoe geschikte gebaar met zijn hand te maken, tenzij hij er zich eerst van heeft overtuigd dat geen ander voertuig achter hem rijdt, of dat een achter hem rijdend voertuig ver verwijderd is. Deze bepaling is echter niet van toepassing wanneer het minderen van vaart wordt aangegeven door middel van de stoplichten van het betrokken voertuig, zoals bedoeld in Bijlage 5, paragraaf 31, van dit Verdrag.