Het bedrag dat gemoeid is met ontwijkingsconstructies wordt geraamd op ongeveer € 75 tot
€ 150 miljoen, zo blijkt uit de parlementaire behandeling. Er wordt in relatief weinig gevallen bodembeslag gelegd, omdat enerzijds meer ontwijkingsconstructies worden toegepast en anderzijds doordat de Belastingdienst vanwege capaciteitsgebrek niet in staat is snel handelend op te treden. Zie het onderdeel Parlementaire behandeling. Zie tevens het artikelsgewijs commentaar op artikel 22 aant. 4.19 waar de constructies worden besproken.
Parlementaire behandeling
“De omvang van invorderingsverliezen wegens faillissementen in de afgelopen vijf jaren bedraagt gemiddeld € 730 miljoen per jaar. Ongeveer 10 à 20 procent daarvan kan worden toegeschreven aan ontwijkingsconstructies.
(...)
Het aantal gevallen waarin de Belastingdienst geen bodembeslag kan leggen is de afgelopen jaren fors toegenomen. De verklaring waarom thans maar in relatief weinig gevallen daadwerkelijk bodembeslag gelegd kan worden is enerzijds dat financiers de afgelopen jaren steeds vaker ontwijkingsconstructies zijn gaan toepassen en anderzijds capaciteitsgebrek bij de Belastingdienst.”
Vakstudie Invorderingswet, art. 22bis Invorderingswet 1990, aant. 2.2.1
Aant. 2.2.1 Omvang van ontwijkingsconstructies en het daarmee gemoeide bedrag
Actueel t/m 15-11-2024
15-11-2024, het commentaar is bijgewerkt t/m BNB 2024/123, VN 2024/50.46
01-01-2013 tot: -
Vakstudie Invorderingswet, art. 22bis Invorderingswet 1990, aant. 2.2.1
Invordering / Dwanginvordering
Invordering / Verhaalsrecht
Invordering (V)
beslag
Invorderingswet 1990 artikel 22bis
Beschouwing
Het bedrag dat gemoeid is met ontwijkingsconstructies wordt geraamd op ongeveer € 75 tot
€ 150 miljoen, zo blijkt uit de parlementaire behandeling. Er wordt in relatief weinig gevallen bodembeslag gelegd, omdat enerzijds meer ontwijkingsconstructies worden toegepast en anderzijds doordat de Belastingdienst vanwege capaciteitsgebrek niet in staat is snel handelend op te treden. Zie het onderdeel Parlementaire behandeling. Zie tevens het artikelsgewijs commentaar op artikel 22 aant. 4.19 waar de constructies worden besproken.
“De omvang van invorderingsverliezen wegens faillissementen in de afgelopen vijf jaren bedraagt gemiddeld € 730 miljoen per jaar. Ongeveer 10 à 20 procent daarvan kan worden toegeschreven aan ontwijkingsconstructies.
(...)
Het aantal gevallen waarin de Belastingdienst geen bodembeslag kan leggen is de afgelopen jaren fors toegenomen. De verklaring waarom thans maar in relatief weinig gevallen daadwerkelijk bodembeslag gelegd kan worden is enerzijds dat financiers de afgelopen jaren steeds vaker ontwijkingsconstructies zijn gaan toepassen en anderzijds capaciteitsgebrek bij de Belastingdienst.”
NV, Kamerstukken II 2012/13, 33 402, nr. 7, p. 30.