NJ 1925, p. 678
Faillietverklaring op eigen aangifte. Rechtsmiddel.
HR 17-04-1925, ECLI:NL:HR:1925:78 (Faillissement Van Rijnbach)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 april 1925
- Magistraten
Mrs. Bosch, Savelberg, Jhr. Feith, Kosters en Ort.
- Zaaknummer
[17041925/NJ_1925,_p._678]
- Conclusie
Mr. Tak
- Roepnaam
Faillissement Van Rijnbach
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS100954:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1925:78, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑04‑1925
- Wetingang
(Fw art. 8.)
Essentie
Faillietverklaring op eigen aangifte. Rechtsmiddel.
Samenvatting
Hof: Indien de faillietverklaarde schuldenaar op zijn eigen aangifte niet is gehoord, heeft hij wel recht van verzet, maar niet recht van hooger beroep. Het ingesteld hooger beroep is dus niet-ontvankelijk.
H. R.: De schuldenaar, die op eigen aangifte in staat van faillissement is verklaard, heeft tegen het vonnis van faillietverklaring noch het rechtsmiddel van verzet, noch dat van hooger beroep. Cassatieberoep verworpen.
Uitspraak
[p. 678 ►]
Geven eerbiedig te kennen:
W. H. A. van Rijnbach, echtgenoote van J. A. A. van Vlijmen, koopman, wonende te Rotterdam en laatstgenoemde voor zoover ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.