Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/26
Kosten rechtsbijstand zijn niet aan te merken als rechtstreekse schade die in aanmerking komt voor toewijzing vordering schadevergoeding en/of de schadevergoedingsmaatregel. Nu kosten voor rechtsbijstand in hoger beroep niet zijn betwist, zal Hoge Raad doen wat het hof had behoren te doen.
HR 04-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2233
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 december 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/02841
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2233, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1345, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2018
Essentie
Kosten rechtsbijstand zijn niet aan te merken als rechtstreekse schade die in aanmerking komt voor toewijzing vordering schadevergoeding en/of de schadevergoedingsmaatregel. Nu kosten voor rechtsbijstand in hoger beroep niet zijn betwist, zal Hoge Raad doen wat het hof had behoren te doen.
Partij(en)
4 december 2018
Strafkamer
nr. S 17/02841
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 30 mei 2017, nummer 21/005507-16, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1. Het gerechtshof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.