NJB 2024/877
Loonbelasting. Aanwijzen als eindheffingsloon. Mogelijkheid tot foutherstel.
HR 05-04-2024, ECLI:NL:HR:2024:516
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 april 2024
- Magistraten
Mrs. Van Eijsden, Feteris, Wortel, Boerlage, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
22/01503
22/01504
22/01507
22/03914
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:387, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑04‑2024
ECLI:NL:HR:2024:517, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑04‑2024
ECLI:NL:HR:2024:516, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑04‑2024
ECLI:NL:PHR:2023:699, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑07‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:672, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑07‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:671, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑07‑2023
- Wetingang
(art. 31, lid 1, letter f Wet LB 1964)
Essentie
Loonbelasting. Aanwijzen als eindheffingsloon. Mogelijkheid tot foutherstel.
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘Eindheffingsloon
4.2.1.
Loonbelasting wordt op grond van artikel 27a, lid 1, van de Wet, bij wijze van uitzondering, niet van de werknemer maar van de inhoudingsplichtige geheven in de vorm van een eindheffing, voor zover het gaat om de in artikel 31 van de Wet bedoelde eindheffingsbestanddelen. Tot de eindheffingsbestanddelen behoren volgens artikel 31, lid 1, letter f, van de Wet, voor zover sprake is van tegenwoordige arbeid: door de inhoudingsplichtige aangewezen vergoedingen die voldoen aan het in die bepaling omschreven zogenoemde gebruikelijkheidscriterium. De loonbelasting met betrekking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.