NJ 2019/252
Belaging. De aan verdachte opgelegde bijzondere gedragsvoorwaarde, die het recht op vrije meningsuiting beperkt, is rechtens toelaatbaar.
HR 09-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1882, m.nt. T. Kooijmans
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
17/01066
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Noot
T. Kooijmans
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS59041:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1882, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1122, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑08‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑03‑2018
- Wetingang
Art. 10 EVRM; art. 14c lid 2 Sr
Essentie
Belaging. De aan verdachte opgelegde bijzondere gedragsvoorwaarde, die het recht op vrije meningsuiting beperkt, is rechtens toelaatbaar.
Samenvatting
Verdachte is veroordeeld voor belaging van de pleegouders van zijn zoontje. De bijzondere voorwaarde die is opgelegd, strekt ertoe de verdachte te weerhouden van het wederom plaatsen en/of verspreiden van berichten in de media met daarin negatieve informatie over de pleegouders, ook als zulks geen strafbaar feit oplevert. Dit is een voorwaarde betreffende het gedrag als bedoeld in art. 14c lid 2 Sr. Die bepaling biedt in deze zaak een voldoende toegankelijke en voorzienbare grondslag voor een beperking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.