RvdW 2022/1062
Art. 81 lid 1 RO. Borgtocht. Particuliere borg. Uitleg borgstellingsovereenkomst. Uitleg contra proferentem? Dwaling? Art. 7:852 BW.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 november 2022
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink, K. Teuben
- Zaaknummer
21/04050
- Conclusie
plv. P-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1612, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:686, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑07‑2022
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Borgtocht. Particuliere borg. Uitleg borgstellingsovereenkomst. Uitleg contra proferentem? Dwaling? Art. 7:852 BW.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/04050
Datum 11 november 2022
ARREST
In de zaak van
[De Borg],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [De Borg],
advocaat: D.A. van der Kooij,
tegen
ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: ABN AMRO,
advocaat: F.E. Vermeulen.
Conclusie
Conclusie plv. P-G mr. M.H. Wissink:
1. Feiten en procesverloop
1.1
In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan:
(i) De Borg heeft zich ...