RvdW 2016/682
Falende bewijsklacht. Bewijs berust mede op DNA-sporen (bloed) aangetroffen op plaats delict van woninginbraak. HR: 81 lid 1 RO.
HR 31-05-2016, ECLI:NL:HR:2016:1019
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 mei 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/02941
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1019, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑05‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:434, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑2016
Essentie
Falende bewijsklacht. Bewijs berust mede op DNA-sporen (bloed) aangetroffen op plaats delict van woninginbraak. HR: 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 28 mei 2014, nummer 20/002690-13, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. E.E.W.J. Maessen, te Maastricht.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.J.M. Machielse:
1.
De verdachte is bij arrest van 28 mei 2014 door het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch wegens 1. “Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak” en 2. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.