RvdW 2019/759
Belaging, art. 285b lid 1 Sr. Klachten gericht tegen bewezenverklaarde periode en met betrekking tot de frequentie. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 18-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:989
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 juni 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, M.J. Borgers
- Zaaknummer
17/03016
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:989, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:656, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2019
Essentie
Belaging, art. 285b lid 1 Sr. Klachten gericht tegen bewezenverklaarde periode en met betrekking tot de frequentie. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
18 juni 2019
Strafkamer
nr. S 17/03016
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 25 januari 2017, nummer 21/006561-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.F. Keulen:
- 1.
De verdachte is bij arrest van 25 januari 2017 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, wegens ‘belaging’, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.