De faillissementspauliana
Einde inhoudsopgave
De faillissementspauliana (O&R nr. 75) 2012/3.2.3.1:3.2.3.1 Vernietiging van rechtshandelingen afzonderlijk
De faillissementspauliana (O&R nr. 75) 2012/3.2.3.1
3.2.3.1 Vernietiging van rechtshandelingen afzonderlijk
Documentgegevens:
mr. R.J. van der Weijden, datum 26-10-2012
- Datum
26-10-2012
- Auteur
mr. R.J. van der Weijden
- JCDI
JCDI:ADS381985:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Met de faillissementspauliana kunnen rechtshandelingen mijns inziens alleen afzonderlijk worden aangevochten.1 Heeft bijvoorbeeld de overdracht van een goed door de schuldenaar ten titel van koop tot benadeling geleid, dan is het niet mogelijk om de overdracht — zoals in art. 3:84 lid 1 BW bedoeld — als zodanig te vernietigen.2 De rechtshandelingen die tot de overdracht hebben geleid — de koopovereenkomst en de leveringshandeling — kunnen alleen afzonderlijk onderwerp zijn van een vernietigingsactie. Dit sluit op de eerste plaats goed aan bij het systeem van het vermogensrecht waarbinnen eveneens geldt dat (obligatoire dan wel goederen-rechtelijke) rechtshandelingen slechts afzonderlijk kunnen worden vernietigd. Daarnaast wordt hiermee recht gedaan aan het door de wetgever gemaakte onderscheid tussen onverplicht en verplicht verrichte rechtshandelingen. Als een overdracht als zodanig onderwerp zou kunnen zijn van een beroep op de faillissementspauliana, dan verdwijnt dit onderscheid. Er wordt dan geen verschil meer gemaakt tussen de in de regel onverplicht gesloten overeenkomst en de in de regel verplicht verrichte leveringshandeling. Door de overdracht voor toepassing van art. 42 Fw als 'rechtshandeling' te beschouwen zou bovendien ten onrechte de conclusie kunnen worden getrokken dat partijen wetenschap van benadeling moeten hebben op het moment waarop aan alle vereisten voor de overdracht is voldaan. Met name in situaties waarin dit moment niet samenvalt met het moment waarop de voor die overdracht vereiste overeenkomst is gesloten, kan dit tot onbillijke uitkomsten leiden. Gedacht kan worden aan het geval waarin de schuldenaar in een periode waarin hij nog geen financiële problemen heeft een goed beneden de waarde verkoopt, maar dit goed pas kort voor zijn faillissement aan de koper levert. Niet het moment waarop de overdracht heeft plaatsvonden - in casu het moment waarop is geleverd - maar het moment waarop de koopovereenkomst is gesloten moet dan beslissend zijn bij het beantwoorden van de vraag of partijen wetenschap van benadeling hadden.