Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Oekraïne tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 17 Artiesten en sportbeoefenaars
Geldend
Geldend vanaf 02-11-1996
- Redactionele toelichting
Dit verdrag vindt toepassing voor de belastingjaren en -tijdvakken die aanvangen op of na 01-01-1997.
- Bronpublicatie:
24-10-1995, Trb. 1995, 285 (uitgifte: 08-12-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-11-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-1996, Trb. 1996, 303 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 14 en 15 van dit Verdrag, mogen voordelen of inkomsten, verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat als artiest, zoals een toneelspeler, film-, radio-, of televisie-artiest of een musicus, of als sportbeoefenaar, uit zijn persoonlijke werkzaamheden als zodanig die worden verricht in de andere Verdragsluitende Staat, worden belast in die andere Staat.
2.
Indien voordelen of inkomsten ter zake van persoonlijke werkzaamheden die door een artiest of een sportbeoefenaar in die hoedanigheid worden verricht, niet aan de artiest of sportbeoefenaar zelf toekomen, maar aan een andere persoon, mogen die voordelen of inkomsten, niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 7, 14 en 15 van dit Verdrag, worden belast in de Verdragsluitende Staat waarin de werkzaamheden van de artiest of sportbeoefenaar worden verricht.
3.
Niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid van dit artikel, zijn voordelen of inkomsten verkregen uit de werkzaamheden als omschreven in het eerste lid van dit artikel vrijgesteld van belasting in de Verdragsluitende Staat waarin deze werkzaamheden worden verricht, indien het bezoek van de artiesten, de musici of de sportbeoefenaars aan die Staat geheel of nagenoeg geheel wordt bekostigd uit de openbare middelen van de andere Verdragsluitende Staat, een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan, of indien deze werkzaamheden worden verricht in het kader van een culturele of sportovereenkomst tussen de Verdragsluitende Staten.