Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de burgerlijke rechtsvordering
Artikel 32 [Voorbehouden]
Geldend
Geldend vanaf 12-04-1957
- Bronpublicatie:
01-03-1954, Trb. 1954, 40 (uitgifte: 20-04-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-04-1957
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-1959, Trb. 1959, 78 (uitgifte: 01-01-1959, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Iedere verdragsluitende Staat kan zich bij de ondertekening of de bekrachtiging van- of bij de toetreding tot dit Verdrag voorbehouden de toepassing van artikel 17 te beperken tot de onderdanen van de verdragsluitende Staten, die hun gewoon verblijf op zijn grondgebied hebben.
2.
De Staat, die gebruik heeft gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in het vorige lid, kan geen aanspraak maken op de toepassing van artikel 17 door de andere verdragsluitende Staten, dan ten behoeve van die van zijn onderdanen, die hun gewoon verblijf hebben op het grondgebied van de verdragsluitende Staat, voor welker rechter waarvan zij als eisende of tussenkomende partij optreden.