Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/15
Profijtontneming. 1. Oordeel hof dat betrokkene in periode na bewezenverklaarde periode in hoofdzaak wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. 2. Oordeel hof dat betrokkene geldbedrag afkomstig van bankrekening van A contant heeft ontvangen. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 17/00825 P, 17/00920 en 17/00946.
HR 04-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2225
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 december 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/00919 P
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2225, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1341, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2018
Essentie
Profijtontneming. 1. Oordeel hof dat betrokkene in periode na bewezenverklaarde periode in hoofdzaak wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. 2. Oordeel hof dat betrokkene geldbedrag afkomstig van bankrekening van A contant heeft ontvangen. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 17/00825 P, 17/00920 en 17/00946.
Partij(en)
4 december 2018
Strafkamer
nr. S 17/00919 P
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 10 februari 2017, nummer 23/004587-12, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene 2], geboren te [geboorteplaats] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.