NJB 2014/579
Schuld in de zin van art. 6 WVW 1994. In casu toereikende bewijsvoering. A-G: anders
HR 18-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:352
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 februari 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, W.F. Groos
- Zaaknummer
12/03846
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:352, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2546, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2013
- Wetingang
(WVW 1994 art. 6)
Essentie
Schuld in de zin van art. 6 WVW 1994. In casu toereikende bewijsvoering. A-G: anders
Uitspraak
Inleiding:
Het middel komt op tegen de bewezenverklaarde ‘schuld’ als bedoeld in art. 6 WVW 1994.
Hoge Raad, onder meer:
2.3.
Vooropgesteld moet worden dat in cassatie slechts kan worden onderzocht of de schuld aan het verkeersongeval in de zin van art. 6 WVW 1994 – in het onderhavige geval het bewezenverklaarde zeer onvoorzichtig rijden – uit de door het hof gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid. Daarbij komt het aan op het geheel van de gedragingen van de verdachte, de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.