Einde inhoudsopgave
Beleidsregel preventieve stillegging arbeidswetten;
Artikel 5 Het vaststellen van recidive
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
04-12-2012, Stcrt. 2012, 25533 (uitgifte: 12-12-2012, regelingnummer: AV/AR/2012/173372012-0000048826)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2012, Stcrt. 2012, 25533 (uitgifte: 12-12-2012, regelingnummer: AV/AR/2012/173372012-0000048826)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
1.
Bij de vaststelling of sprake is van herhaling van dezelfde of soortgelijke overtredingen wordt bij zelfstandig opererende nevenvestigingen van rechtspersonen gehandeld alsof deze afzonderlijke ondernemingen zijn.
2.
Indien rechtspersonen langer dan zes aaneengesloten maanden op dezelfde bouwlocatie werkzaamheden verrichten, wordt die bouwlocatie beschouwd als nevenvestiging als bedoeld in het eerste lid.
3.
De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op ernstige overtredingen, als bedoeld in artikel 9.10a, derde lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit; artikel 7:2, derde lid, van het Arbeidstijdenbesluit; artikel 3, derde lid, van het Besluit minimumloon en minimumvakantiebijslag; artikel 25a, derde lid, van het Besluit risico's zware ongevallen 1999; artikel 4b, derde lid, van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen; en artikel 3, derde lid, van het Besluit arbeidsbemiddeling.
4.
De leden 1 en 2 zijn evenmin van toepassing bij een overtreding van artikel 7a, eerste lid, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs.