NJB 2016/2186
Vermelding van de feiten waarvoor de uitlevering kan worden toegestaan, art. 28 lid 3 UW: in aanmerking genomen dat noch de bestreden uitspraak noch voormeld uitleveringsverzoek een overzicht behelst van de feiten waarvoor de uitlevering is verzocht, voldoet de uitspraak in casu niet aan de eis dat zij een voldoende duidelijke vermelding dient te bevatten van de feiten waarvoor de uitlevering kan worden toegestaan. De Hoge Raad herstelt dit verzuim zelf door de uitlevering toelaatbaar te verklaren voor de feiten die zijn omschreven in een door de verzoekende Staat bij het uitleveringsverzoek overgelegd stuk
HR 15-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2596
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 november 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/02061
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2596, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1137, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2016
- Wetingang
(art. 28 UW)
Essentie
Vermelding van de feiten waarvoor de uitlevering kan worden toegestaan, art. 28 lid 3 UW: in aanmerking genomen dat noch de bestreden uitspraak noch voormeld uitleveringsverzoek een overzicht behelst van de feiten waarvoor de uitlevering is verzocht, voldoet de uitspraak in casu niet aan de eis dat zij een voldoende duidelijke vermelding dient te bevatten van de feiten waarvoor de uitlevering kan worden toegestaan. De Hoge Raad herstelt dit verzuim zelf door de uitlevering toelaatbaar te verklaren voor de feiten die zijn omschreven in een door de verzoekende Staat bij het uitleveringsverzoek overgelegd stuk
Uitspraak
Inleiding:
Uitlveringszaak. Uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.