Rb. Amsterdam, 01-03-2022, nr. 9434856 CV 21-13135
ECLI:NL:RBAMS:2022:1026
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
01-03-2022
- Zaaknummer
9434856 CV 21-13135
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2022:1026, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 01‑03‑2022; (Eerste aanleg - enkelvoudig, Verstek)
- Vindplaatsen
WR 2022/96 met annotatie van J.J. Dijk
Uitspraak 01‑03‑2022
Inhoudsindicatie
Artikel 2 besluit gemeenlijke schuldhulpregeling. Hernieuwde betalingsachterstand betekent niet dat melding zinloos is. Een herhaalde tekortkoming betekent dus niet dat de verhuurder niet hoefde te melden. Gevolg voor ontbinding huurovk.
Partij(en)
vonnis
vonnis van de kantonrechter
i n z a k e
de stichting Stichting Ymere
wonende te / gevestigd te Amsterdam
eisende partij
gemachtigde: Van der Hoeden/Mulder, gerechtsdeurwaarders
t e g e n
[gedaagde]
wonende te / gevestigd te [adres]
gedaagde partij
niet verschenen.
Verder verloop van de procedure
Op 7 december 2021 is een tussenvonnis gewezen. Ter uitvoering van dat tussenvonnis heeft eisende partij stukken in het geding gebracht.
Vervolgens is een datum voor vonnis bepaald.
RECHTBANK AMSTERDAM | verstek |
Afdeling privaatrecht CV | |
zaaknummer: 9434856 \ CV EXPL 21-13135 | |
kenmerk: 21020153/ET | |
vonnis van: 1 maart 2022 | |
doc: Vvs | |
Gronden van de beslissingDe vordering komt niet onrechtmatig of ongegrond voor, behoudens voor het geval een deel van het gevorderde niet is toegewezen en/of hieronder anders is overwogen.
Eisende partij heeft gesteld dat een melding bij de gemeente over de huurachterstand achterwege is gebleven omdat eisende partij daartoe niet verplicht was. De eerste maand huurachterstand dateert van januari 2021, toen het besluit schuldhulpverlening al in werking was getreden. Ook bij een hernieuwde betalingsachterstand kan de huurder gebaat zijn bij een melding bij de gemeente. Een herhaalde tekortkoming betekent dus niet dat de verhuurder niet hoefde te melden of dat een melding zinloos is. Tegen deze achtergrond en gelet op de overige omstandigheden van het geval, waaronder de hoogte van de huurachterstand, wordt de ontbinding thans afgewezen.
Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt de gedaagde partij aan de eisende partij te voldoen:
€ 4.583,04 ter zake van de hoofdsom vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de voldoening;€ 273,54 ter zake van buitengerechtelijke kosten;
veroordeelt de gedaagde partij in de kosten van het geding, aan de zijde van de eisende partij tot aan deze uitspraak begroot op: € 123,60 aan explootkosten, € 249,00 aan salaris gemachtigde en € 507,00 aan griffierecht, één en ander, voor zover van toepassing, inclusief BTW;
veroordeelt gedaagde partij in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 62,00 aan salaris gemachtigde, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. C.L.J.M. de Waal, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 maart 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier | De kantonrechter |