NJ 1930, p. 1102
De vrijspraak in hooger beroep v. e. voor dat beroep niet vatbaar vonnis is geen zuivere. Criterium v. d. vatbaarheid v. e. vonnis voor hooger beroep.
HR 05-05-1930, ECLI:NL:HR:1930:122
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 mei 1930
- Magistraten
Mrs. Jhr. de Savornin Lohman, Savelberg, Jhr. Feith, Taverne en Kranenburg
- Zaaknummer
[05051930/NJ_1930,_p._1102]
- Conclusie
Conclusie van den Adv.-Gen. Besier.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS151812:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1930:122, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑05‑1930
- Wetingang
Essentie
De vrijspraak in hooger beroep v. e. voor dat beroep niet vatbaar vonnis is geen zuivere. Criterium v. d. vatbaarheid v. e. vonnis voor hooger beroep.
Samenvatting
Indien het door den Kantonrechter gewezen vonnis niet vatbaar voor hooger beroep was, had de Rb. niet mogen treden in een onderzoek der vraag, of het bewijs der telastlegging was geleverd en was de door haar gegeven vrijspraak geen vrijspraak in den zin van art. 430 Sv.
Ter beoordeeling der vatbaarheid v. e. vonnis voor hooger beroep is. niet beslissend de straf, welke wegens het bewezenverklaarde feit kon worden toegepast, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.