NJ 1960/436
Algemene Ouderdomswet. Bezwaar van predikant tegen aanslag tot heffing van premie op grond dat hij zijn levensonderhoud dient te verkrijgen van de kerk. Strijd met het Verdrag van Rome tot bescherming van de rechten van den mens en de fundamentele vrijheden? Strekking van art. 36 van de Wet.
HR 13-04-1960, ECLI:NL:HR:1960:123, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling (AOW Gewetensbezwaren)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 april 1960
- Magistraten
Mrs. Smits, Boltjes, van Rijn van Alkemade, van der Loos en Korthals Altes
- Zaaknummer
[13041960/NJ_1960-436]
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Roepnaam
AOW Gewetensbezwaren
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS138388:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1960:123, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑04‑1960
- Wetingang
Essentie
Algemene Ouderdomswet. Bezwaar van predikant tegen aanslag tot heffing van premie op grond dat hij zijn levensonderhoud dient te verkrijgen van de kerk. Strijd met het Verdrag van Rome tot bescherming van de rechten van den mens en de fundamentele vrijheden? Strekking van art. 36 van de Wet.
Samenvatting
De door het eerste lid van art. 9 van het Verdrag gewaarborgde vrijheid om zijn godsdienst of overtuiging tot uiting te brengen, valt niet samen met eens ieders vrijheid om wettelijke voorschriften aan zijn godsdienstige opvattingen of aan zijn overtuiging te toetsen.
De in de Algemene Ouderdomswet vervatte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.