Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/37
Mishandeling door ander tegen hoofd te slaan. Hetgeen verdachte heeft aangevoerd, kan bezwaarlijk anders worden verstaan dan dat hij vrijspraak heeft bepleit en dus had hof vonnis niet mogen bevestigen dan onder aanvulling van gronden (weergave inhoud bewijsmiddelen als bedoeld in art. 359 lid 3 Sv). Volgt vernietiging en terugwijzing.
HR 04-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2252
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 december 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/01692
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2252, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1231, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑11‑2018
Essentie
Mishandeling door ander tegen hoofd te slaan. Hetgeen verdachte heeft aangevoerd, kan bezwaarlijk anders worden verstaan dan dat hij vrijspraak heeft bepleit en dus had hof vonnis niet mogen bevestigen dan onder aanvulling van gronden (weergave inhoud bewijsmiddelen als bedoeld in art. 359 lid 3 Sv). Volgt vernietiging en terugwijzing.
Partij(en)
4 december 2018
Strafkamer
nr. S 18/01692
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 23 februari 2018, nummer 22/003907-17, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967.