NJ 1949/437:Toelaten dat mindere twee gearresteerden doodschiet. Overmacht? Terugwerkende kracht van art 27a B.B.S. en de Universal declaration of human rights. Straafmaat.

NJ 1949/437

Toelaten dat mindere twee gearresteerden doodschiet. Overmacht? Terugwerkende kracht van art 27a B.B.S. en de Universal declaration of human rights. Straafmaat.

Documentgegevens:

Bijzondere Raad van Cassatie 11-04-1949, ECLI:NL:XX:1949:29, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling

Instantie: Bijzondere Raad van Cassatie
Datum: 11 april 1949
Magistraten: Mrs Prof. Dr Verzijl, Vee-gens, Scholten, Prof. Dr Kernkamp, Kol. Tollenaar
Zaaknummer: [11041949/NJ_1949-437]
Noot: Prof. Mr. B.V.A. Röling
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS108853:1
Vakgebied(en): Archief (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:XX:1949:29, Uitspraak, Bijzondere Raad van Cassatie, 11‑04‑1949
Wetingang: (Sr art. 40; Besluit Buitengewoon Strafrecht art. 3, 27a.)

Essentie

Toelaten dat mindere twee gearresteerden doodschiet. Overmacht? Terugwerkende kracht van art 27a B.B.S. en de Universal declaration of human rights. Straafmaat.

Samenvatting

Bewijs, dat req. heeft geweten, dat de executie van de gearresteerden zonder voorafgaand vonnis volkenrechtelijk verboden was. Vraag of die gearresteerden terroristen waren, is daarbij van geen belang. Bewijs dat het mogelijk was om ondergeschikte te weerhouden van een executie.

Verwerping van het beroep op overmacht en op „rein militärische Notwendigkeit". Het oorlogsrecht is juist gecodificeerd ten einde de eisen der oorlogvoering met de eisen van het recht en de menselijkheid in evenwicht te brengen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.