Rb. 's-Hertogenbosch, 27-03-2012, nr. 242752 - KG ZA 12-91
ECLI:NL:RBSHE:2012:BW0035
- Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
- Datum
27-03-2012
- Zaaknummer
242752 - KG ZA 12-91
- LJN
BW0035
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBSHE:2012:BW0035, Uitspraak, Rechtbank 's-Hertogenbosch, 27‑03‑2012; (Kort geding)
- Wetingang
Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten
- Vindplaatsen
JAAN 2012/78
Uitspraak 27‑03‑2012
Inhoudsindicatie
In deze aanbestedingszaak heeft eiseres een onjuiste uitleg gegeven aan het in dit geding aan de orde zijnde selectiecriterium, terwijl dit selectiecriterium op een zodanig duidelijke en ondubbelzinnige wijze in het bestek is geformuleerd dat eiseres de reikwijdte hiervan als een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver had kunnen en moeten begrijpen. Het selectiecriterium is wat dat betreft voldoende duidelijk en niet voor meerdere uitleg vatbaar. De gemeente heeft de inschrijving van de tussengekomen partij dus terecht als geldig aangemerkt.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 242752 / KG ZA 12-91
Vonnis in kort geding van 27 maart 2012
in de zaak van
de stichting
STICHTING KLEDING INZAMELING CHARITATIEVE INSTELLINGEN,
gevestigd te ‘s-Gravenhage,
eiseres,
advocaten mr. M.C. de Vries en mr. J.E. Palm te ‘s-Gravenhage,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE EINDHOVEN (sector realisatie & beheer),
zetelend te Eindhoven,
gedaagde,
advocaat mr. T.T.A. Oudenhoven te Nijmegen.
In welke zaak heeft verzocht te mogen tussenkomen dan wel zich te mogen voegen aan de zijde van gedaagde:
de stichting
STICHTING HUMANA,
gevestigd te Utrecht,
tussengekomen partij,
advocaat mr. R.A. Wuijster te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Kici, de gemeente en Humana genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
de dagvaarding van 2 februari 2012,
- -
de bij brief d.d. 5 maart 2012 door Kici toegezonden akte houdende wijziging van eis en de producties 1 tot en met 7,
- -
de bij brief d.d. 9 maart 2012 door Kici toegezonden producties 8 tot en met 12,
- -
de bij faxbericht d.d. 12 maart 2012 door Humana toegezonden incidentele conclusie houdende primair een verzoek tot tussenkomst en subsidiair een verzoek tot voeging aan de zijde van gedaagde en de producties 1 en 2,
- -
de bij faxbericht d.d. 12 maart 2012 door de gemeente toegezonden productie A,
- -
de mondelinge behandeling op 14 maart 2012,
- -
de pleitnota van Kici,
- -
de pleitnota van de gemeente,
- -
de pleitnota van Humana.
1.2.
Nadat Kici en de gemeente te kennen hadden gegeven geen bezwaar te hebben tegen tussenkomst van Humana, heeft de voorzieningenrechter Humana toegestaan tussen te komen. Voor de door Humana gevorderde kostenveroordeling in dit incident ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding. Hiermee is dit incident afgedaan.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De relevante vaststaande feiten
2.1.
De gemeente heeft eind 2011/begin 2012 een Europese openbare aanbestedingsprocedure gehouden voor een opdracht tot het verrichten van de volgende dienst: het inzamelen van textiel in de gemeente Eindhoven door middel van inzamelcontainers (inclusief het sorteren, afzetten en/of verwerken van deze textiel), hierna te noemen: de opdracht.
2.2.
Op deze aanbestedingsprocedure is het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao) van toepassing.
2.3.
Het gunningcriterium is de economisch meest voordelige inschrijving. In paragraaf 2.7 van het toepasselijke bestek “Textielinzameling middels inzamelcontainers in Eindhoven, Dienstverlening, Besteknummer 607380003” (hierna te noemen: het bestek) staat onder andere vermeld (productie 2 van Kici):
“De inschrijvingen worden allereerst gecontroleerd op de voorwaarden en eisen voor deze aanbesteding zoals omschreven in het Bestek. Het niet voldoen aan de voorwaarden en eisen leidt tot uitsluiting van verdere beoordeling.”
2.4.
In paragraaf 4.3 (“Selectiecriteria”) van het bestek staat onder meer vermeld:
“Voor de gunning van de Opdracht komen uitsluitend in aanmerking inschrijvers, die:
- -
hebben voldaan aan de het gestelde in 4.2 en 4.3.
- -
(…)
De inschrijver met de economisch meest voordelige inschrijving levert de hieronder genoemde bewijsstukken binnen vijf werkdagen na het verzoek daartoe. (…)
- 1.
Algemene vragen
(…)
- 2.
Uitsluitingsgronden
(…)
- 3.
Financiële en economische draagkracht
- a.
(…)
- b.
(…)
- c.
(…)
- d.
Een bewijs (bijv. jaarverslagen) met accountantsverklaring dat in de laatste drie boekjaren per jaar minimaal € 0,05 / kg ingezameld textiel is besteed aan Goede Doelen . Tevens dient een kopie van de erkenning van betreffende Goede Doelen te worden overlegd.
In Nederland geregistreerde Goede Doelen dienen erkend te zijn door het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) middels een certificaat of keur welke valt onder de licentie van de Raad van Accreditatie. Voor in het buitenland geregistreerde Goede Doelen dient een soortgelijke erkenning, afgegeven door een onafhankelijke instantie, overlegd te worden.”
2.5.
In de Nota van Inlichtingen d.d. 8 december 2011 staat ten aanzien van het hiervoor geciteerde selectiecriterium vermeld (productie 3 van Kici):
“Vraag 4.4 §4.3 selectiecriterium 3.d – p.15
Wij gaan ervan uit dat de EUR 0,05 per ingezamelde kg textiel, betrekking heeft op ál het door de inschrijver jaarlijks ingezamelde textiel. Is dit correct?
Antwoord 4.4
Dat is correct.”
2.6.
Kici is één van de drie inschrijvers. De twee andere inschrijvers zijn Humana en Reshare B.V.. Bij e-mailbericht van 18 januari 2012 heeft de gemeente de inschrijvers te kennen gegeven voornemens te zijn om de opdracht aan Humana te gunnen (productie 5 van Kici). Aan Kici is bericht dat haar inschrijving ongeldig is, omdat zij de gevraagde Verklaring omtrent Gedrag niet (tijdig) heeft ingediend en de door haar ingediende Model-K verklaring niet besteksconform is ondertekend.
2.7.
Overigens had de gemeente eind 2010/begin 2011 al een Europese openbare aanbestedingsprocedure gehouden voor deze opdracht. De inschrijving van Humana is ook in die procedure als economisch meest voordelige uit de bus gekomen. Nadat Reshare B.V. echter een kort geding procedure aanhangig had gemaakt, heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank de gemeente bij vonnis van 15 april 2011 geboden de aanbestedingsprocedure per direct af te breken en heeft hij de gemeente verboden om zonder voorafgaande (her)aanbesteding alsnog een overheidsopdracht, die overeenkomt met het voorwerp van genoemde aanbestedingsprocedure, aan een derde te verlenen. De gemeente heeft vervolgens voor (her)aanbesteding gekozen, getuige de onderhavige aanbestedingsprocedure.
3. Het geschil
3.1.
Kici vordert na genoemde wijziging van eis (samengevat):
primair:
de gemeente te gebieden de onderhavige aanbestedingsprocedure per direct te staken en gestaakt te houden, alsmede de gemeente te gebieden binnen een termijn van twee weken na de datum van dit vonnis tot heraanbesteding conform het Bao van de onderhavige opdracht over te gaan, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per dag of dagdeel dat niet aan het vonnis wordt voldaan;
subsidiair:
de gemeente te gebieden een herbeoordeling van de inschrijvingen te doen plaatsvinden met inachtneming van de overwegingen uit dit vonnis en de beslissing dragend, duidelijk en begrijpelijk te motiveren binnen tien dagen na dit vonnis en te verbieden dat de gemeente een overeenkomst voor onderhavige opdracht sluit zolang deze herbeoordeling en deugdelijke motivering niet hebben plaatsgevonden en vervolgens een Alcateltermijn van vijftien dagen in acht is genomen, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per dag of dagdeel dat niet aan het vonnis wordt voldaan;
meer subsidiair:
een voorziening te treffen die tegemoet komt aan de gerechtvaardigde belangen van Kici zoals de voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren;
primair, subsidiair en meer subsidiair:
de gemeente te veroordelen in de kosten van het geding inclusief de nakosten, zulks met bepaling dat daarover de wettelijke rente verschuldigd zal zijn met ingang van de vijftiende dag na datum van dit vonnis.
3.2.
Kici legt hieraan - kort gezegd - ten grondslag dat de gemeente in strijd met de beginselen van gelijkheid, transparantie en objectiviteit heeft gehandeld, hetgeen onrechtmatig is. Kici voert daartoe onder meer het volgende aan.
3.2.1.
Niet alleen Kici heeft een ongeldige inschrijving gedaan. Op grond van het volgende hebben ook de andere twee inschrijvers (Humana en Reshare B.V.) een ongeldige inschrijving gedaan.
- -
Uit de jaarverslagen van Humana over de boekjaren 2008, 2009 en 2010 volgt dat zij niet voldoet aan het in paragraaf 4.3 onder 3 sub d van het bestek genoemde selectiecriterium. Een groot deel van de in deze jaarrekeningen vermelde donaties betreft namelijk geen donaties aan Goede Doelen als bedoeld in paragraaf 4.3 van het bestek. Zo tellen donaties in natura, gemaakte administratie- en vrachtkosten en verleende subsidies niet mee en beschikt een aantal begiftigden niet over het vereiste CBF-keurmerk. Dit betekent dat Humana per saldo niet de vereiste € 0,05 per ingezamelde kilogram textiel aan Goede Doelen heeft besteed.
- -
Uit de jaarverslagen van Reshare blijkt dat zij evenmin aan het in paragraaf 4.3 onder 3 sub d van het bestek genoemde selectiecriterium voldoet. Daarnaast beschikt zij niet over alle in dezelfde paragraaf onder 4 sub a genoemde noodzakelijke vergunningen. Zo beschikt Reshare niet over de zogenaamde VIHB-vergunning.
3.2.2.
De consequentie van het indienen van een ongeldige inschrijving is dat de betreffende inschrijver moet worden uitgesloten van de aanbestedingsprocedure. Op grond van het vorenstaande moeten Humana en Reshare B.V. (net zoals Kici) dus worden uitgesloten en staat het de gemeente niet vrij om de opdracht aan Humana dan wel een andere inschrijver te gunnen. Primair dient de aanbesteding te worden ingetrokken en moet de gemeente tot heraanbesteding van de opdracht overgaan.
3.2.3.
Indien de voorzieningenrechter van oordeel mocht zijn dat Humana en Reshare B.V. wel voldoen aan het in paragraaf 4.3 onder 3 sub d van het bestek genoemde selectiecriterium (omdat donaties in natura bijvoorbeeld wel meetellen bij de beoordeling van genoemd selectiecriterium), dan stelt Kici zich op het standpunt dat sprake is van een niet transparant en niet objectief en daarmee een ondeugdelijk selectiecriterium. Ook in dat geval dient de gemeente tot heraanbesteding van de opdracht over te gaan.
3.3.
De gemeente betwist dat zij in strijd heeft gehandeld met (de beginselen van) het aanbestedingsrecht en voert daartoe - kort gezegd - de volgende verweren.
3.3.1.
Humana heeft wel degelijk een geldige inschrijving gedaan. Kici heeft niet voldoende onderbouwd en/of gemotiveerd dat dit niet het geval zou zijn. De door Kici gehanteerde strengere uitleg van het in paragraaf 4.3 onder 3 sub d van het bestek genoemde selectiecriterium is op geen enkele wijze op te maken of te herleiden uit de aanbestedingsstukken. Zo ziet de gemeente niet in waarom donaties in natura, gemaakte administratie- en vrachtkosten en verleende subsidies niet mogen meewegen bij de beoordeling van genoemd selectiecriterium.
3.3.2.
Van een ondeugdelijk selectiecriterium is geen sprake. Iedere behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver heeft de juiste draagwijdte van de eis kunnen begrijpen en op dezelfde manier moeten interpreteren. Bovendien hebben alle inschrijvers aan deze eis voldaan, zodat de discussie hierover niet (meer) relevant is.
3.3.3.
Kici heeft een ongeldige inschrijving gedaan. Haar inschrijving wordt dus geacht nooit te zijn gedaan. Het is vaste rechtspraak dat een inschrijver die een ongeldige inschrijving heeft gedaan, geen recht meer toekomt om te klagen over eventuele onrechtmatigheden van de aanbestedingsprocedure. Reeds hierom liggen de vorderingen van Kici voor afwijzing gereed.
3.4.
Bovendien moet de gevorderde dwangsom volgens de gemeente worden afgewezen. Een dwangsom is onnodig, omdat de gemeente als overheidsorgaan toezegt aan een rechterlijke uitspraak te zullen voldoen.
3.5.
De gemeente heeft ten slotte geconcludeerd dat Kici zou moeten worden veroordeeld in de kosten van het geding.
3.6.
Humana heeft in aanvulling op het verweer van de gemeente - samengevat - nog aangevoerd dat niet alleen de primaire, maar ook de subsidiaire vordering van Kici niet voor toewijzing vatbaar is. Indien alle inschrijvingen namelijk ongeldig zouden zijn, zoals Kici zelf stelt, dan valt er ook niets meer te herbeoordelen. Bovendien brengt de ongeldigheid van de inschrijving van Kici met zich dat zij in redelijkheid geen rechtens te respecteren belang heeft bij haar vorderingen.
3.7.
Humana heeft geconcludeerd dat Kici zou moeten worden veroordeeld in de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, met bepaling dat deze kosten binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis aan Humana moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan Kici zonder nadere aankondiging over die kosten wettelijke rente is verschuldigd.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
Belang van Kici bij haar vorderingen
4.1.
Tussen partijen staat onbetwist vast dat de inschrijving van Kici ongeldig is. Dit brengt volgens de gemeente en Humana met zich dat Kici geen belang heeft bij haar vorderingen. Reeds hierom zouden de vorderingen van Kici volgens hen moeten worden afgewezen. De voorzieningenrechter volgt deze stelling van de gemeente en Humana echter niet. Indien namelijk de inschrijvingen van de overige inschrijvers (Humana en Reshare B.V.) ook ongeldig zijn, zoals Kici stelt, dan staat het de gemeente niet vrij om de opdracht desondanks aan Humana te gunnen. De gemeente zou in strijd met het gelijkheidsbeginsel handelen, indien zij de ongeldige inschrijving van de één verkiest boven de ongeldige inschrijving van de ander.
4.2.
Ingeval voldoende aannemelijk is dat geen van de drie inschrijvers een geldige inschrijving heeft gedaan, dan zal de onderhavige aanbestedingsprocedure moeten worden afgebroken en zal de gemeente tot (her)aanbesteding van de opdracht moeten overgaan, indien zij de opdracht alsnog wenst te gunnen. Dit zou betekenen dat Kici weer opnieuw kan inschrijven. Hiermee is haar belang bij in ieder geval haar primaire vordering gegeven.
De primaire vordering
4.3.
Kernvraag die in dit geschil dient te worden beantwoord is, of de door Humana ingediende aanbieding terecht door de gemeente als geldig is aangemerkt. Volgens Kici moet deze vraag ontkennend worden beantwoord, omdat Humana niet aan het in paragraaf 4.3 onder 3 sub d van het bestek genoemde selectiecriterium zou voldoen. Kici beroept zich hierbij op de jaarverslagen 2008, 2009 en 2010 van Humana (producties 6, 8 en 9 van Kici). In elk van deze jaarverslagen is een verkort financieel verslag over het betreffende boekjaar opgenomen, waaronder een overzicht van de in dat boekjaar door Humana verstrekte donaties. Volgens Kici mogen niet alle in dit overzicht voorkomende donaties in de beoordeling van het hiervoor bedoelde selectiecriterium meewegen en heeft dit tot gevolg dat door Humana in 2008, 2009 en 2010 niet de vereiste € 0,05 per kilogram ingezameld textiel aan Goede Doelen is besteed.
4.4.
De voorzieningenrechter ziet bij de beantwoording van de hiervoor genoemde kernvraag aanleiding eerst de stelling van Kici te beoordelen dat de gemeente een onjuiste uitleg heeft gegeven aan het in paragraaf 4.3 onder 3 sub d van het bestek genoemde selectiecriterium. Genoemd selectiecriterium houdt in dat een inschrijver in de laatste drie boekjaren (dus in 2008, 2009 en 2010) per jaar minimaal € 0,05 per kilogram ingezameld textiel moet hebben besteed aan zogenoemde Goede Doelen. Volgens het bestek dienen deze Goede Doelen erkend te zijn door het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) middels een certificaat of keur welke valt onder de licentie van de Raad van Accreditatie. Voor in het buitenland geregistreerde Goede Doelen dient een soortgelijke erkenning, afgegeven door een onafhankelijke instantie, overlegd te worden.
4.5.
Kici stelt dat zij en alle overige inschrijvers als behoorlijk geïnformeerde en zorgvuldige inschrijvers deze eis blijkens het in paragraaf 4.3 van het bestek vermelde euroteken (€) zo moesten opvatten dat alleen donaties in “cash” geld bij de beoordeling in aanmerking zouden worden genomen. Kici is daarom van mening dat onder meer gedoneerde kleding niet onder de reikwijdte van het selectiecriterium valt, temeer ook omdat de waarde van donaties in natura niet objectief vast te stellen zou zijn.
4.6.
De voorzieningenrechter is, net als Kici, van oordeel dat bij de uitleg van bedoeld selectiecriterium (ook) acht dient te worden geslagen op de bewoordingen daarvan, gelezen in het licht van de gehele tekst van het bestek en de daarbij behorende bijlagen. Daarbij komt het aan op de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de bewoordingen waarin dat bestek en de daarbij behorende bijlagen zijn gesteld.
4.7.
Met inachtneming van het voorgaande zijn in deze zaak met name de volgende omstandigheden van belang.
- 1)
In het bestek worden geen eisen gesteld ten aanzien van de aard van de donaties. Reeds hierom ligt het niet voor de hand dat het selectiecriterium alleen ziet op donaties in “cash” geld. Indien dat de bedoeling zou zijn geweest, had de gemeente dit expliciet in het bestek moeten vermelden.
- 2)
Dat het selectiecriterium een euroteken (€) vermeldt, ligt voor de hand. De donaties moeten in geld waardeerbaar zijn om de inschrijvingen met elkaar te kunnen vergelijken. De voorzieningenrechter kan de redenering van Kici, inhoudende dat een euroteken automatisch “cash” geld impliceert, zonder nadere motivering en/of onderbouwing niet volgen.
- 3)
Het selectiecriterium schrijft voor dat inschrijvers aan de hand van een bewijs “(bijv. jaarverslagen) met accountantsverklaring” moeten aantonen dat zij minimaal € 0,05 per kilogram ingezameld textiel aan Goede Doelen hebben besteed. Humana heeft als bewijsstukken de jaarverslagen 2008, 2009 en 2010 ingediend. Deze bevatten elk een accountantsverklaring, waarin staat vermeld dat het in het betreffende jaarverslag opgenomen verkort financieel verslag in alle van materieel belang zijnde aspecten op de juiste wijze is ontleend aan de betreffende jaarrekening, bij welke jaarrekening door de accountant eveneens een goedkeurende accountantsverklaring is verstrekt. Daar komt bij dat Humana ter zitting uitgebreid heeft gemotiveerd en onderbouwd op welke wijze de accountant(s) tot een objectieve waardering van de gedoneerde kleding zijn gekomen. Vervolgens had het op de weg van Kici gelegen om voldoende aannemelijk te maken en/of te onderbouwen dat deze accountantsverklaringen ten aanzien van de in de financiële verslagen opgenomen donatieoverzichten niet deugdelijk zouden zijn, hetgeen zij heeft nagelaten.
4.8.
Gelet op het voorgaande is het in dit geding aan de orde zijnde selectiecriterium op een zodanig duidelijke en ondubbelzinnige wijze in het bestek geformuleerd dat Kici als een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver had kunnen en moeten begrijpen dat gedoneerde kleding bij de beoordeling van het selectiecriterium meeweegt. Het selectiecriterium is wat dat betreft voldoende duidelijk en niet voor meerdere uitleg vatbaar.
4.9.
Nu Kici desondanks een onjuiste uitleg aan het in paragraaf 4.3 onder 3 sub d van het bestek genoemde selectiecriterium heeft gegeven en Kici ter zitting desgevraagd uitdrukkelijk te kennen heeft gegeven dat de begiftigden van de door Humana gedoneerde kleding op zichzelf wel als Goede Doelen in de zin van paragraaf 4.3 van het bestek zijn aan te merken, is voldoende aannemelijk geworden dat Humana aan het selectiecriterium heeft voldaan en in 2008, 2009 en 2010 dus ten minste € 0,05 per kilogram ingezameld textiel aan Goede Doelen heeft besteed. De hierna volgende berekeningen hebben mede tot deze voorlopige conclusie geleid. Bij deze berekeningen is uitgegaan van hetgeen Kici ter zitting heeft gesteld en aan producties 6, 8 en 9 heeft overgelegd. De berekeningen geven slechts een indicatie.
- 2008.
Volgens Kici heeft Humana in 2008 aan Goede Doelen in de zin
van het hiervoor genoemde selectiecriterium besteed (pagina 5
pleitnota van Kici): € 215.042,00
Gedoneerde kleding voor ADPP Angola (pagina 44 van het
jaarverslag 2008 van Humana) € 356.124,00
Gedoneerde kleding voor DAPP Zambia (pagina 44 van het
jaarverslag 2008 van Humana) € 361.432,00
In totaal is door Humana aan Goede Doelen dus ten minste besteed € 932.598,00
Kici gaat er op basis van het jaarverslag 2008 van Humana vanuit dat Humana in 2008 10.399.529 kilogram aan textiel heeft ingezameld (pagina 5 pleitnota van Kici). Per kilogram ingezameld textiel heeft Humana in 2008 dus in ieder geval
€ 932.598,00/10.399.529 = afgerond € 0,09 aan Goede Doelen besteed.
- 2009.
Volgens Kici heeft Humana in 2009 aan Goede Doelen in de zin
van het hiervoor genoemde selectiecriterium besteed (pagina 6
pleitnota van Kici): € 272.603,00
Gedoneerde kleding voor ADPP Angola (pagina 39 van het
jaarverslag 2009 van Humana) € 325.000,00
Gedoneerde kleding voor DAPP Zambia (pagina 39 van het
jaarverslag 2009 van Humana) € 370.267,00
Gedoneerde kleding voor ADPP Guinea Bissau (pagina 39 van
het jaarverslag 2009 van Humana) € 7.719,00
In totaal is door Humana aan Goede Doelen dus ten minste besteed € 975.589,00
Kici gaat er op basis van het jaarverslag 2009 van Humana vanuit dat Humana in 2009 10.110.413 kilogram aan textiel heeft ingezameld (pagina 5 pleitnota van Kici). Per kilogram ingezameld textiel heeft Humana in 2009 dus in ieder geval
€ 975.589,00/10.110.413 = afgerond € 0,10 aan Goede Doelen besteed.
- 2010.
Volgens Kici heeft Humana in 2010 aan Goede Doelen in de zin
van het hiervoor genoemde selectiecriterium besteed (pagina 6
pleitnota van Kici): € 330.320,00
Gedoneerde kleding voor ADPP Angola (pagina 49 van het
jaarverslag 2010 van Humana) € 221.244,00
Gedoneerde kleding voor DAPP Zambia (pagina 49 van het
jaarverslag 2010 van Humana) € 403.889,00
Gedoneerde kleding voor ADPP Mozambique (pagina 49 van
het jaarverslag 2010 van Humana) € 9.030,00
Gedoneerde kleding voor Zimbabwe € 2.539,00
In totaal is door Humana aan Goede Doelen dus ten minste besteed € 967.022,00
Kici gaat er op basis van het jaarverslag 2010 van Humana vanuit dat Humana in 2010 10.154.000 kilogram aan textiel heeft ingezameld (pagina 6 pleitnota van Kici). Per kilogram ingezameld textiel heeft Humana in 2010 dus in ieder geval
€ 967.022,00/10.154.000 = afgerond € 0,10 aan Goede Doelen besteed.
4.10.
Uit de hiervoor vermelde berekeningen volgt dat Humana in de boekjaren 2008, 2009 en 2010 ten minste € 0,05 per ingezamelde kilogram textiel aan Goede Doelen heeft besteed. Aangezien Humana dus heeft voldaan aan het in paragraaf 4.3 onder 3 sub d van het bestek genoemde selectiecriterium, dat helder en duidelijk was, is de inschrijving van Humana terecht geldig verklaard. Het vele andere dat partijen overigens nog hebben aangevoerd (onder meer met betrekking tot de vraag of subsidies mogen meewegen bij de beoordeling van genoemd selectiecriterium) kan verder buiten bespreking blijven. Dat vele andere kan niet (meer) leiden tot een andere beslissing.
4.11.
De gemeente heeft overigens ter zitting desgevraagd te kennen gegeven dat de inschrijving van Reshare ongeldig is verklaard om dezelfde redenen als de inschrijving van Kici ongeldig is verklaard. Wat hier verder ook van zij, aangezien voldoende aannemelijk is geworden dat onderhavige aanbestedingsprocedure één geldige inschrijving (van Humana) heeft opgeleverd, ontbreekt een grond voor de primaire vordering. Deze vordering zal daarom worden afgewezen.
De subsidiaire en meer subsidiaire vordering
4.12.
Nu vast staat dat Kici een ongeldige inschrijving heeft gedaan en Humana op grond van het hiervoor overwogene geacht wordt een geldige inschrijving te hebben gedaan, heeft Kici geen belang meer bij haar subsidiaire vordering. De subsidiaire vordering zal daarom worden afgewezen.
4.13.
Voorts ziet de voorzieningenrechter, gelet op het vorenstaande, evenmin aanleiding om een andere voorziening te treffen. De meer subsidiaire vordering zal dus eveneens worden afgewezen.
Kostenveroordeling
4.14.
Kici zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de gemeente worden begroot op:
- -
griffierecht € 575,00
- -
salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.391,00.
De kosten aan de zijde van Humana worden begroot op:
- -
griffierecht € 575,00
- -
salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.391,00.
4.15.
De door Humana gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Kici in de proceskosten, aan de zijde van de gemeente tot op heden begroot op € 1.391,00 en aan de zijde van Humana tot op heden begroot op € 1.391,00, de proceskosten aan de zijde van Humana te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.3.
veroordeelt Kici in de na dit vonnis aan de zijde van Humana ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Kici niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Loesberg en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2012.