RvdW 2019/494
Procesrecht. Uitspraak door meervoudige kamer na enkelvoudige comparitie. HR 22 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3264 en ECLI:NL:HR:2017:3259; HR 22 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:976. Samenhang met 18/01040 en 18/01042.
HR 12-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:571
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/01041
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:571, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:235, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2019
Essentie
Procesrecht. Uitspraak door meervoudige kamer na enkelvoudige comparitie. HR 22 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3264 en ECLI:NL:HR:2017:3259; HR 22 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:976. Samenhang met 18/01040 en 18/01042.
Partij(en)
12 april 2019
Eerste Kamer
18/01041
TT/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[de werknemer], wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. M.A.J.G. Janssen,
tegen
VERZEKERINGS UNIE B.V., gevestigd te Zeist,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de werknemer en VU.
Conclusie
Conclusie A-G mr. R.H. de Bock:
In deze zaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.