Einde inhoudsopgave
Wet maritiem beheer BES
Artikel 58
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
04-10-2017, Stb. 2017, 401 (uitgifte: 03-11-2017, kamerstukken: 34710)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2017, Stb. 2017, 463 (uitgifte: 07-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Waterrecht (V)
Openbare orde en veiligheid / Rampenbestrijding
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De aanhouding geschiedt door de met het toezicht belaste persoon door middel van overhandiging aan de gezagvoerder van een ondertekende en gedagtekende kennisgeving, waarin de reden van aanhouding staat vermeld. Wanneer naar het oordeel van die toezichthoudende persoon overhandiging niet mogelijk is, geschiedt de aanhouding mondeling door een kennisgeving aan de naar zijn oordeel daarvoor meest gerede persoon, zo spoedig mogelijk gevolgd door overhandiging van de schriftelijke kennisgeving aan de gezagvoerder.
2.
De beheerder van het desbetreffende zeegebied, alsmede de naar het oordeel van de met het toezicht belaste persoon in aanmerking komende diensten, worden onverwijld van het bevel tot aanhouding in kennis gesteld.
3.
Indien de aanhouding geschiedt wegens verontreiniging of dreigende verontreiniging van het mariene milieu, dan worden de Inspectie Leefomgeving en Transport en de met de zorg voor het milieu belaste dienst van het betrokken openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba ingelicht.