Einde inhoudsopgave
Mededeling 2014/C 198/01 — Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie
4.6.1.3 Duidelijk negatieve effecten
Geldend
Geldend vanaf 27-06-2014
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
27-06-2014, PbEU 2014, C 198 (uitgifte: 27-06-2014, regelingnummer: 2014/C 198/01)
- Inwerkingtreding
27-06-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2014, PbEU 2014, C 198 (uitgifte: 27-06-2014, regelingnummer: 2014/C 198/01)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Staatssteun (V)
103
In beginsel moet een steunmaatregel en de context waarbinnen deze wordt toegepast, worden onderzocht om na te gaan in hoeverre deze als verstorend kan worden aangemerkt. Wel kunnen bepaalde omstandigheden worden onderscheiden waarin de negatieve effecten duidelijk opwegen tegen mogelijke positieve effecten, zodat de steun niet met de interne markt verenigbaar kan worden verklaard.
104
Met name kan, overeenkomstig de algemene Verdragsbeginselen, staatssteun niet als met de interne markt verenigbaar worden beschouwd indien de steunmaatregel discriminerend is in een mate die niet kan worden gerechtvaardigd door het feit dat de maatregel staatssteun inhoudt. Zoals uiteengezet in deel 3, zal de Commissie dus geen maatregel toestaan wanneer die maatregel of de daaraan verbonden voorwaarden tot een daarmee onlosmakelijk verbonden schending van het Unierecht leiden. Dit is met name het geval bij steunmaatregelen waar de toekenning van steun afhankelijk wordt gesteld van de verplichting voor de begunstigde om zijn hoofdkantoor in de betrokken lidstaat te hebben (of om overwegend in die lidstaat te zijn gevestigd) of om binnenlandse producten of diensten te gebruiken, alsmede wanneer steunmaatregelen beperkingen stellen aan de mogelijkheden voor de begunstigden om de O&O&I-resultaten in andere lidstaten te exploiteren.
105
Evenmin zal steun die alleen leidt tot een verandering van locatie van de O&O&I-activiteiten binnen de interne markt, zonder dat de aard, de omvang of reikwijdte van het project wordt veranderd, als verenigbaar met de interne markt worden beschouwd.