Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1165
Wederspannigheid. Bewijsklacht t.a.v. ‘ambtenaren in de rechtmatige uitoefening van hun bediening’. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 05-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1707
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 november 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/03840
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1707, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1133, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑09‑2019
Essentie
Wederspannigheid. Bewijsklacht t.a.v. ‘ambtenaren in de rechtmatige uitoefening van hun bediening’. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/03840
Datum 5 november 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 19 juni 2018, nummer 23/000120-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1996,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.F. Keulen:
1. De verdachte is bij arrest van 19 juni 2018 door het Gerechtshof Amsterdam wegens ‘wederspannigheid’ veroordeeld tot een geldboete van vijfhonderd euro subsidiair ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.