Verordening (EG) Nr. 2012/2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie
Artikel 4 bis
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2020
- Bronpublicatie:
30-03-2020, PbEU 2020, L 99 (uitgifte: 31-03-2020, regelingnummer: 2020/461)
- Inwerkingtreding
01-04-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-03-2020, PbEU 2020, L 99 (uitgifte: 31-03-2020, regelingnummer: 2020/461)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Openbare orde en veiligheid / Hulpverlening
1.
De lidstaat kan bij indiening van een aanvraag voor een financiële bijdrage uit het Fonds bij de Commissie verzoeken om de betaling van een voorschot. Daarop voert de Commissie een voorafgaande beoordeling uit om vast te stellen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden van artikel 4, lid 1, en gaat zij na of er begrotingsmiddelen beschikbaar zijn. Als de aanvraag voldoet aan die voorwaarden en er voldoende middelen zijn, kan de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling besluiten tot toekenning van het voorschot, dat zij vervolgens onverwijld betaalt, voordat het in artikel 4, lid 4, bedoelde besluit is genomen. Betaling van een voorschot mag geen invloed hebben op de definitieve beslissing over de beschikbaarstelling van middelen uit het Fonds.
2.
Het voorschot mag niet meer bedragen dan 25 % van de verwachte financiële bijdrage en mag in geen geval meer bedragen dan 100 000 000 EUR. Na vaststelling van het definitieve bedrag van de financiële bijdrage verrekent de Commissie het voorschot met de uit te keren financiële bijdrage. De Commissie vordert ten onrechte betaalde voorschotten terug.
3.
De aan de algemene begroting van de Unie te verrichten terugbetaling geschiedt vóór de vervaldag die is vermeld in de invorderingsopdracht die is opgesteld overeenkomstig artikel 78 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (1). Deze vervaldatum is de laatste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin de invorderingsopdracht is gegeven.
4.
Telkens als het nodig is om de tijdige beschikbaarheid van begrotingsmiddelen te waarborgen, stelt de Commissie, wanneer zij het ontwerp van algemene begroting van de Unie voor een bepaald begrotingsjaar aanneemt, aan het Europees Parlement en de Raad voor om tot een maximum van 50 000 000 EUR uit het Fonds beschikbaar te stellen voor de betaling van voorschotten, alsook om de betrokken kredieten in de algemene begroting van de Unie op te nemen.
De begrotingsregelingen voldoen aan de maxima bedoeld in artikel 10, lid 1, van Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad (2).
Voetnoten
Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 884).