Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/7.2.5.3:7.2.5.3 Toepasselijk formeel recht (arbitragerecht)
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/7.2.5.3
7.2.5.3 Toepasselijk formeel recht (arbitragerecht)
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS503476:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Het NAI Reglement kent een aantal bepalingen voor internationale arbitrage (met betrekking tot termijnen en de rechtskeuze voor het op het geschil toe te passen recht) en hanteert daarbij een soortgelijke formulering als die van art. 1027 lid 2 en 1035 lid 4 (art. 1 (g), 5 lid 2 en 45 lid 2 NAI Reglement) waaromtrent Vademecum (SNIJDERS), no. 2.1.4.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Indien wij eenmaal hebben vastgesteld dat het arbitragerecht van een bepaald land van toepassing is, moet volgens het systeem van het toepasselijk recht worden vastgesteld of de regeling inzake nationale arbitrage dan wel de regeling inzake internationale arbitrage van toepassing is, tenzij het een monistisch systeem betreft.
Nederland hanteert als gezegd het monistisch systeem en kent dus geen aparte regelingen voor nationale en internationale arbitrage. Is de plaats van arbitrage in Nederland gelegen, dan is Nederlands arbitragerecht van toepassing, ongeacht of de arbitrage nationaal dan wel internationaal is (art. 1073 lid 1 Rv).
Onze wet kent overigens wel een aantal bepalingen waarin — volgens een formeel criterium — rekening wordt gehouden met partijen die in het buitenland wonen of feitelijk verblijf houden, in welke gevallen bepaalde termijnen worden verlengd (art. 1027 lid 2 en art. 1035 lid 4 Rv).1 Voorts kent de wet in art. 1054 lid 2 Rv een bepaling van internationaal privaatrecht met betrekking tot de vraag welk materieel recht (de lex causae) arbiters op het hun voorgelegde geschil moeten toepassen. Men mag dit materieel recht als gezegd niet verwarren met het toepasselijk formeel recht (de lex arbitri) waarvoor art. 1073 Rv een voorziening biedt (zie 7.2.2).
Als het nodig is om eerst te bepalen welk arbitragerecht van een land (met een dualistisch systeem) van toepassing is, zal gemakkelijk kunnen worden gedacht dat vervolgens de regeling inzake internationale arbitrage van het desbetreffende land moet worden toegepast: immers, als eerst volgens de regels van internationaal privaatrecht moet worden bezien welk arbitragerecht van toepassing is, dan zal een zaak toch wel internationaal zijn en zal vervolgens volgens het toepasselijk arbitragerecht met een dualistisch systeem de regeling inzake internationale arbitrage van toepassing zijn. De vorenstaande redenering is evenwel niet juist. Niet alle arbitrages die aanleiding geven tot de vraag welk arbitragerecht van toepassing is, zijn internationaal volgens het arbitragerecht op de toepassing waarvan men eerst uitkomt. Wij moeten daarom goed onderscheid maken tussen de vraag welk arbitragerecht van toepassing is en de vraag of de arbitrage internationaal is volgens het systeem van het toepasselijk arbitragerecht.
Zo kunnen wij ons een arbitraal geding in Frankrijk voorstellen tussen twee Franse partijen met betrekking tot een geschil voortvloeiend uit een overeenkomst die zich geheel beperkt tot de Franse landsgrenzen. Alsdan zal volgens het Franse systeem de regeling inzake nationale arbitrage op de arbitrage van toepassing zijn (art. 1492 NCPC). Als vervolgens één van de partijen het arbitraal vonnis wil laten tenuitvoerleggen op zich in Nederland bevindende vermogensbestanddelen van de wederpartij, dan zal de Nederlandse rechter in een geding tot verlening van verlof tot tenuitvoerlegging eerst moeten vaststellen dat Frans arbitragerecht van toepassing is geweest en vervolgens dat volgens Frans arbitragerecht de regeling voor nationale arbitrage van toepassing was alvorens hij vervolgvragen betreffende de verlening van verlof kan afdoen (zie bijvoorbeeld art. 1076 lid 1 A (a) Rv op grond waarvan erkenning en tenuitvoerlegging kunnen worden geweigerd als een geldige overeenkomst tot arbitrage ontbreekt onder het op de overeenkomst tot arbitrage toepasselijk recht). Het internationale aspect is thans gelegen in de tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis in het buitenland, doch de arbitrage is volgens het toepasselijk arbitragerecht (Le. Frans recht) niet internationaal.