RvdW 2015/837
Wederrechtelijke vrijheidsberoving. HR: art. 81.1 RO.
HR 23-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1697
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 juni 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/01216
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1697, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:950, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2015
Essentie
Wederrechtelijke vrijheidsberoving. HR: art. 81.1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 21 februari 2014, nummer 21/003641-13, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. E.G.C. Groenendaal, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1.
Het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem, heeft bij arrest van 21 februari 2014 de verdachte ter zake van ‘medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven’ en ‘medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroofd houden’ veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.