Einde inhoudsopgave
Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen betreffende de burgerluchtvaart
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
10-09-2010, Trb. 2013, 134 (uitgifte: 15-08-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2018, Trb. 2018, 202 (uitgifte: 23-11-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Dit Verdrag is niet van toepassing op luchtvaartuigen gebruikt door de strijdkrachten, de douane of de politie.
2.
In de gevallen bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen a, b, c, e, f, g, h en i, is dit Verdrag, ongeacht of het luchtvaartuig een internationale dan wel een binnenlandse vlucht uitvoert, slechts van toepassing indien:
- a.
de feitelijke of beoogde plaats van opstijgen of van landen van het luchtvaartuig gelegen is buiten het grondgebied van de staat waar dat luchtvaartuig is ingeschreven; of
- b.
het strafbare feit wordt gepleegd op het grondgebied van een andere staat dan de staat waar het luchtvaartuig is ingeschreven.
3.
Onverminderd het tweede lid van dit artikel is dit Verdrag, in de gevallen bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen a, b, c, e, f, g, h en i, eveneens van toepassing indien de dader of de vermeende dader wordt aangetroffen op het grondgebied van een andere staat dan de staat waar het luchtvaartuig is ingeschreven.
4.
Ten aanzien van de staten die partij zijn genoemd in artikel 15 en in de gevallen genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdelen a, b, c, e, f, g, h en i, is dit Verdrag niet van toepassing indien de plaatsen waarnaar in onderdeel a van het tweede lid van dit artikel wordt verwezen zijn gelegen op het grondgebied van eenzelfde staat wanneer die staat een van de staten is waarnaar in artikel 15 wordt verwezen, tenzij het strafbare feit is gepleegd of de dader of de vermeende dader wordt aangetroffen op het grondgebied van een staat niet zijnde die staat.
5.
In de gevallen bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, is dit Verdrag slechts van toepassing indien de luchtverkeersvoorzieningen worden gebruikt voor de internationale luchtvaart.
6.
De bepalingen van het tweede, derde, vierde en vijfde lid van dit artikel zijn eveneens van toepassing in de gevallen bedoeld in het artikel 1, vierde lid.