Einde inhoudsopgave
Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures (R&P nr. VG7) 2013/3.3.2.5.3
3.3.2.5.3 De betekenis van aanbestedingsrechtelijke beginselen in particuliere aanbestedingen
mr. A.J. van Heeswijck, datum 28-11-2013
- Datum
28-11-2013
- Auteur
mr. A.J. van Heeswijck
- JCDI
JCDI:ADS580841:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Aanbestedingsrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Hof Amsterdam 20 september 2011, LJN BT1963 (CCC/KLM), r.o. 3.2.2. Het oordeel van het hof is in zoverre niet (met succes) in cassatie bestreden. Zie voorts Jansen 2009, p. 46; Asser/Van den Berg 7-VI, nr. 68-69.
Zie ook Jansen 2009, p. 76-77. Anders: Van Boom in zijn noot bij HR 4 april 2003 in NTBR 2003, p. 415 (RZG/Comformed). Vzr. Rb. Rotterdam 31 januari 2012, LJN BW3238 ziet mogelijk wel ruimte voor toepassing van het proportionaliteitsbeginsel op private aanbestedingen.
Zie ook Jansen 2009, p. 66-67.
Aldus ook Asser/Van den Berg 7-VI, nr. 71a; Orobio de Castro & Janssen in hun noot onder Vzr. Rb. Dordrecht 15 juni 2006, BR 2007, 38.
Toerekening van de kennis van een adviseur aan de principaal vindt bijv. ook plaats bij de uitleg van contracten. Zie voorts art. 6:77 BW en art. 6:171 BW.
Zie in dit verband met name Vzr. Rb. Utrecht 19 september 2008, TBR 2009, 61, m.nt. Van den Berg.
Zie ook Jansen 2009, p. 61.
Voor de gebondenheid van particuliere aanbesteders aan aanbestedingsrechtelijke beginselen ontbreekt een expliciete wettelijke grondslag. De vraag naar de toepasselijke beginselen is hierdoor voor deze categorie aanbesteders minder eenvoudig te beantwoorden dan voor aanbestedende diensten.
Particuliere aanbesteders zijn in ieder geval gebonden aan het beginsel van gelijke behandeling en het daarin besloten liggende beginsel van transparantie. Deze beginselen kunnen worden beschouwd als de grondregels voor de uitvoering van een aanbestedingsprocedure.1 Particuliere aanbesteders zijn naar mijn mening niet tevens gebonden aan het proportionaliteitsbeginsel.2 Een particulier is in beginsel vrij aan zijn beoogde contractspartij die kwaliteitseisen te stellen die hem goeddunken. Er bestaat geen ongeschreven zorgvuldigheidsnorm die een particulier verbiedt zijn bereidheid tot het sluiten van een overeenkomst afhankelijk te stellen van zeer ruime ervaring met de uitvoering van vergelijkbare opdrachten, terwijl naar objectieve maatstaven drie of minder referentieprojecten al als toereikend mogen worden beschouwd, om maar een voorbeeld te noemen. Het vrijwillig organiseren van een aanbesteding brengt hier geen verandering in. Toepassing van het proportionaliteitsbeginsel op particuliere aanbestedingen zou leiden tot een inbreuk op het beginsel van contractsvrijheid, waarvoor, in tegenstelling tot toepassing van de beginselen van gelijke behandeling en transparantie, geen legitieme grond aanwezig is.3 Voor de mate van gebondenheid van particuliere aanbesteders aan aanbestedingsrechtelijke beginselen, de tweede vraag, speelt naar mijn mening de professionaliteit van partijen een belangrijke rol. Aan consumenten mogen in beginsel minder hoge eisen worden gesteld dan aan professionele aanbesteders. 4 Wanneer de uitvoering van de aanbestedingsprocedure uit handen is gegeven aan een adviseur, bijvoorbeeld een architect, dan mag de kennis van die adviseur aan de aanbesteder worden toegerekend.5 Er moet voor worden gewaakt dat de bescherming die inschrijvers aan de aanbestedingsrechtelijke beginselen ontlenen, volledig wordt uitgehold.6 Zoals gezegd verzet het beginsel van gelijke behandeling zich naar zijn aard tegen iedere relativering.7 Het transparantiebeginsel leent zich wel voor een minder strikte toepassing, bijvoorbeeld ten aanzien van de mate van uitwerking van het gunningscriterium.