V-N 2022/33.13
Bewijslast extra leeftijdskorting auto voor BPM rust op belastingplichtige
HR 15-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:1087, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 juli 2022
- Magistraten
Van Hilten, Punt, Fierstra
- Zaaknummer
21/02565
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS656838:1
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal procesrecht / Bewijs
Fiscaal procesrecht / Procesorde
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑07‑2022
ECLI:NL:HR:2022:1087, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑07‑2022
- Wetingang
art. 10 lid 1 Wet BPM 1992
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat X bv zelf verantwoordelijk is voor het berekenen van de verschuldigde BPM die op aangifte wordt voldaan. Voor een extra leeftijdskorting moet zij dus feiten stellen en bij betwisting aannemelijk maken.
Samenvatting
X bv voldoet op aangifte BPM voor twee BMW’s. In die aangiften meldt X bv zichzelf aan als aanvrager en (toekomstig) houder van de kentekens. Volgens X bv is zij onkundig van het moment van de registratie van de auto’s, zodat de inspecteur deze data moet inbrengen. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de RDW-stukken geen gedingstukken zijn die de inspecteur in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.