Einde inhoudsopgave
Burgerlijk ambtenarenreglement defensie
Artikel 128 Gebruik ambts- of dienstwoning door achterblijvende gezinsleden
Geldend
Geldend vanaf 14-07-1993. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-04-1993
- Bronpublicatie:
25-06-1993, Stb. 1993, 350 (uitgifte: 13-07-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-07-1993, terugwerkend tot: 01-04-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-1993, Stb. 1993, 350 (uitgifte: 13-07-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Gedurende de maand van het overlijden en de volgende drie maanden behouden de achterblijvende gezinsleden het gebruik der ambts- of dienstwoning, waarin zij met de ambtenaar woonden. Daarvan kan echter worden afgeweken als Onze Minister dat in het belang van de dienst noodzakelijk acht. Alsdan wordt door Onze Minister naar billijkheid een schadevergoeding gegeven.
2.
Bij vrijwillig verlaten van de ambts- of dienstwoning binnen de termijn, gedurende welke de woning nog mag worden gebruikt kan Onze Minister te zijner beoordeling een vergoeding geven.