V-N 2019/14.11
Bij weigering erkenning uiteindelijk gerechtigde hoeft lidstaat uiteindelijk gerechtigde niet te identificeren
HvJ EU 26-02-2019, ECLI:EU:C:2019:135, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws (T Danmark)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
26 februari 2019
- Magistraten
Lenaerts, Bonichot, Arabadjiev, Von Danwitz, Toader, Biltgen, Rosas, Ilešič, Bay Larsen, Safjan, Fernlund, Vajda, Rodin
- Zaaknummer
C-116/16
C-117/16
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Roepnaam
T Danmark
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS29488:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Dividendbelasting / Inhoudingsvrijstelling
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:135, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 26‑02‑2019
ECLI:EU:C:2018:144, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie, 01‑03‑2018
- Wetingang
art. 3 Richtlijn 90/435/EEG
Essentie
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de EU-lidstaten geen vrijstelling van bronbelasting mogen verlenen over het door een dochter aan haar moedermaatschappij uitgekeerde dividend als er sprake is van fraude of misbruik. Dit geldt ook wanneer nationale wetten of verdragen niet voorzien in bepalingen van die strekking.
Samenvatting
Enkele, buiten de EU-gevestigde, beleggingsfondsen willen T Danmark overnemen. De beleggingsfondsen richten daartoe meerdere vennootschappen op in Luxemburg. Een van deze vennootschappen is N Luxembourg 2. In 2010 bezit N Luxembourg 2 meer dan 50% van de aandelen in T Danmark. In 2011 kent T Danmark een dividend van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.