NJ 2022/24
Onbegrijpelijk oordeel dat geen bezwaren zijn opgegeven tegen het vonnis.
HR 21-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1943
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 december 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M. Kuijer
- Zaaknummer
20/03893
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS631538:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1943, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:1237, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:1219, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑03‑2021
- Wetingang
Essentie
Het oordeel van het hof dat geen bezwaren zijn opgegeven tegen het vonnis is niet zonder meer begrijpelijk.
Samenvatting
Uit de verklaring van verdachte op een eerdere zitting kan worden afgeleid dat zij een breder beeld van de feiten wil schetsen dan uit de tenlastelegging naar voren komt en dat zij het beeld dat zij de belager is en de benadeelde partij het slachtoffer wil bijstellen. Gelet hierop is ’s hofs oordeel dat geen bezwaren zijn opgegeven tegen het vonnis niet zonder meer begrijpelijk, aldus de conclusie waarnaar de Hoge Raad verwijst.
Het geval kan zich voordoen dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.