BNB 2013/147
Afwaardering vordering door in België woonachtige aandeelhouder op zijn Nederlandse BV. Beroep op Schumacker-doctrine faalt
HR 01-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BX4018, m.nt. E.J.W. Heithuis
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 maart 2013
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Bavinck, Sterk, Van Loon, Fierstra
- Zaaknummer
11/02952
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
E.J.W. Heithuis
- LJN
BX4018
- JCDI
JCDI:ADS914416:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting (V)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BX4018, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 01‑03‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BX4018, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑03‑2013
- Wetingang
Essentie
Afwaardering vordering door in België woonachtige aandeelhouder op zijn Nederlandse BV. Beroep op Schumacker-doctrine faalt
Samenvatting
Belanghebbende, woonachtig in België, heeft een vordering op zijn BV afgewaardeerd en die afwaardering als negatieve inkomsten uit overige werkzaamheden aangegeven. Het Hof heeft geoordeeld dat het belanghebbende niet vrij stond om de vordering af te waarderen, omdat sprake was van een onzakelijke lening.
De Hoge Raad laat de (on)zakelijkheid van de lening in het midden en verwerpt het cassatieberoep van belanghebbende op de volgende gronden:
Ingevolge het verdrag met België zijn voordelen uit vervreemding van goederen belastbaar in de staat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.