Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag ter vergemakkelijking van de grensoverschrijding van goederen, welke per spoor worden vervoerd
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-04-1953
- Bronpublicatie:
10-01-1952, Trb. 1954, 16 (uitgifte: 10-02-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-1953
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-01-1952, Trb. 1954, 16 (uitgifte: 10-02-1954, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Vervoersrecht / Railvervoer
1.
Voor elke spoorlijn, waarlangs een aanzienlijke hoeveelheid goederen wordt vervoerd en welke de grens tussen twee aangrenzende landen kruist, onderzoeken de bevoegde autoriteiten van die landen gezamenlijk de mogelijkheid om in onderling overleg een in de nabijheid van genoemde grens gelegen station aan te wijzen, waar voor het gehele binnenkomende en uitgaande goederenverkeer of voor een gedeelte daarvan, de in de wetgeving van beide landen voorziene contrôles op doeltreffende wijze zouden kunnen plaats vinden.
2.
Indien twee aangrenzende landen verscheidene stations van deze aard langs hun gemeenschappelijke grens aanwijzen, zullen deze stations zoveel mogelijk in gelijk aantal aan elke zijde van genoemde grens zijn gelegen.
3.
Daar waar het niet mogelijk geacht wordt zodanige stations voor de contrôles van het verkeer in beide richtingen aan te wijzen, onderzoeken de Verdragsluitende Partijen gezamenlijk de mogelijkheid om de uitvoering van de contrôles op doeltreffende wijze samen te voegen in elk van de twee tegenover elkaar liggende grensstations, in het ene station voor het verkeer gaande in één richting en in het andere station voor het verkeer gaande in de tegenovergestelde richting, met dien verstande, dat deze aanwijzing zo nodig beperkt wordt tot goederen, welke met bepaalde internationale snel rijdende treinen worden vervoerd.