Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 318/2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Geldend
Geldend vanaf 03-03-2006
- Bronpublicatie:
20-02-2006, PbEU 2006, L 58 (uitgifte: 28-02-2006, regelingnummer: 318/2006)
- Inwerkingtreding
03-03-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-2006, PbEU 2006, L 58 (uitgifte: 28-02-2006, regelingnummer: 318/2006)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1)
‘witte suiker’: suiker die niet is gearomatiseerd en waaraan geen kleurstoffen noch andere stoffen zijn toegevoegd en die in droge toestand 99,5 of meer gewichtspercenten sacharose bevat, bepaald met behulp van de polarimeter;
- 2)
‘ruwe suiker’: suiker die niet is gearomatiseerd en waaraan geen kleurstoffen noch andere stoffen zijn toegevoegd en die in droge toestand minder dan 99,5 gewichtspercenten sacharose bevat, bepaald met behulp van de polarimeter;
- 3)
‘isoglucose’: het uit glucose of glucosepolymeren verkregen product dat ten minste 10 gewichtspercenten fructose bevat, berekend op de droge stof;
- 4)
‘inulinestroop’: het onmiddellijk na hydrolyse van inuline of oligofructose verkregen product dat in droge toestand ten minste 10 % vrije fructose of fructose in de vorm van sacharose bevat, uitgedrukt in suiker/isoglucose-equivalent. Ter voorkoming van beperkingen op de markt van producten met lage zoetkracht die zonder inulinestroopquota worden geproduceerd door verwerkers van inulinevezels, kan deze definitie worden gewijzigd overeenkomstig de procedure van artikel 39, lid 2;
- 5)
‘quotumsuiker’, ‘quotumisoglucose’ en ‘quotuminulinestroop’: elke hoeveelheid suiker, isoglucose of inulinestroop die voor rekening van een bepaald verkoopseizoen binnen het quotum van de betrokken onderneming wordt geproduceerd;
- 6)
‘industriële suiker’: elke hoeveelheid suiker die voor rekening van een bepaald verkoopseizoen boven de in punt 5 bedoelde hoeveelheid suiker wordt geproduceerd en bestemd is voor de productie door de industrie van een van de in artikel 13, lid 2, bedoelde producten;
- 7)
‘industriële isoglucose’ en ‘industriële inulinestroop’: elke hoeveelheid isoglucose of inulinestroop die voor rekening van een bepaald verkoopseizoen bestemd is voor de productie door de industrie van een van de in artikel 13, lid 2, bedoelde producten;
- 8)
‘overtollige suiker’, ‘overtollige isoglucose’ en ‘overtollige inulinestroop’: elke hoeveelheid suiker, isoglucose of inulinestroop die voor rekening van een bepaald verkoopseizoen boven de in de punten 5, 6 en 7 bedoelde respectieve hoeveelheden wordt geproduceerd;
- 9)
‘quotumbieten’: alle suikerbieten die tot quotumsuiker worden verwerkt;
- 10)
‘leveringscontract’: een contract dat tussen een verkoper en een onderneming wordt gesloten voor de levering van bieten voor de productie van suiker;
- 11)
‘sectorale overeenkomst’: een van de volgende vormen:
- a)
een overeenkomst die vóór het sluiten van de leveringscontracten op communautair niveau tot stand is gekomen tussen een groepering van nationale organisaties van ondernemingen enerzijds en een groepering van nationale organisaties van verkopers anderzijds,
- b)
een overeenkomst die vóór het sluiten van de leveringscontracten tot stand is gekomen tussen ondernemingen of een door de betrokken lidstaat erkende organisatie van ondernemingen enerzijds en een door de betrokken lidstaat erkende vereniging van verkopers anderzijds,
- c)
bij ontstentenis van een overeenkomst zoals bedoeld onder a) of b), de vennootschapsrechtelijke of coöperatiefrechtelijke bepalingen voorzover deze de levering van suikerbieten door de aandeelhouders of leden van een suiker producerende vennootschap of coöperatie regelen,
- d)
bij ontstentenis van een overeenkomst zoals bedoeld onder a) of b), de regeling die vóór het sluiten van de leveringscontracten tot stand is gekomen, mits de verkopers die met de regeling instemmen, ten minste 60 % leveren van de totale hoeveelheid bieten die de onderneming koopt voor de productie van suiker in een of meer fabrieken;
- 12)
‘ACS-/Indiase suiker’: suiker van GN-code 1701 van oorsprong uit de in bijlage VI genoemde staten die in de Gemeenschap wordt ingevoerd in het kader van:
- —
protocol 3 van bijlage V bij de ACS-EG-Partnerschapsovereenkomst
of
- —
de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek India betreffende rietsuiker (1).
- 13)
‘Voltijdraffinaderij’: een productie-éénheid
- —
waarvan de enige activiteit bestaat in de raffinage van ingevoerde ruwe rietsuiker,
of
- —
die in het verkoopseizoen 2004/2005 ten minste 15 000 ton ingevoerde ruwe rietsuiker heeft geraffineerd.
Voetnoten
PB L 190 van 23.7.1975, blz. 36.