Verzamelwet VWS 2016
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2016
- Bronpublicatie:
18-05-2016, Stb. 2016, 206 (uitgifte: 07-06-2016, kamerstukken: 34191)
- Inwerkingtreding
01-08-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-06-2016, Stb. 2016, 270 (uitgifte: 13-07-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Veiligheid en Justitie
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Maatschappelijke ondersteuning / Individuele voorzieningen
Sociale zekerheid ziektekosten / Algemeen
Wet van 18 mei 2016 tot wijziging van wetten teneinde misslagen en omissies in wetten op het terrein van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te herstellen, de broninhouding van eigen bijdragen voor beschermd wonen te kunnen voortzetten en het College bouw zorginstellingen op te heffen
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om enige wetten op het terrein van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te wijzigen teneinde daarin misslagen te verbeteren en omissies weg te nemen, enige andere wetten technisch te wijzigen teneinde de broninhouding van eigen bijdragen voor beschermd wonen ingevolge de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 te kunnen voortzetten, zoals dat ook mogelijk was toen beschermd wonen nog onder de aanspraken ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten viel, de Geneesmiddelenwet te wijzigen teneinde ook personen met een tijdelijke voorschrijfbevoegdheid onder de regels over geneesmiddelenreclame te brengen, de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting te wijzigen teneinde een wettelijke grondslag op te nemen voor het gebruik van het burgerservicenummer en de Wet toelating zorginstellingen te wijzigen teneinde het College bouw zorginstellingen, dat geen wettelijke taken meer heeft, op te heffen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: