RvdW 2018/711
Medeplegen doodslag door geweldsuitoefening op hals en slachtoffer (broer van ex-partner van medeverdachte) in de Weespertrekvaart te laten glijden, waarbij precieze rolverdeling verdachte en medeverdachte niet is komen vast te staan.
HR 05-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:796
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juni 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
16/06307
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:796, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:281, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2018
Essentie
Medeplegen doodslag door geweldsuitoefening op hals en slachtoffer (broer van ex-partner van medeverdachte) in de Weespertrekvaart te laten glijden, waarbij precieze rolverdeling verdachte en medeverdachte niet is komen vast te staan.
Partij(en)
5 juni 2018
Strafkamer
nr. S 16/06307
MM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 7 december 2016, nummer 23/001731-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1945.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1. Bij arrest van 7 december 2016 heeft het gerechtshof Amsterdam de verdachte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.