Einde inhoudsopgave
Staatsregeling [Sint Maarten]
Artikel 28
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Bronpublicatie:
21-07-2010, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2010, GT 1 (uitgifte: 20-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I en II van de Rijkswet tot wijziging van het Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.
2.
Een ieder die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd, wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld volgens landsverordening bewezen wordt.
3.
Niemand mag een tweede keer worden vervolgd of gestraft wegens een strafbaar feit terzake waarvan hij onherroepelijk door de rechter is berecht.
4.
Een ieder die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd, heeft in het bijzonder de volgende rechten:
- a.
onverwijld, in een taal welke hij verstaat, en in bijzonderheden, op de hoogte te worden gesteld van de aard en de reden van de tegen hem ingebrachte beschuldigingen, van zijn recht om zich te onthouden van antwoorden en van zijn bevoegdheid om zich te doen bijstaan door een advocaat;
- b.
zich kosteloos te doen bijstaan door een tolk, indien hij de taal die ter terechtzitting wordt gebezigd niet verstaat of niet spreekt;
- c.
te beschikken over voldoende tijd en faciliteiten ter voorbereiding van zijn verdediging;
- d.
zich zelf te verdedigen;
- e.
getuigen à charge te ondervragen of te doen ondervragen en het oproepen en de ondervraging van getuigen à decharge te doen geschieden op dezelfde voorwaarden als het geval is met de getuigen à charge.