Einde inhoudsopgave
RvdW 2009, 1108
Geen ambsthalve cassatie wegens schending art. 359 lid 3 Sv
HR 22-09-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ3483
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 september 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
07/12681
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BJ3483
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ3483, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑09‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ3483, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑07‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑03‑2008
- Wetingang
Essentie
Het Hof heeft de bewijsmiddelen op de voet van art. 359 lid 3 tweede volzin Sv niet uitgewerkt, ondanks het feit dat de gemachtigd advocaat ter zitting in hoger beroep vrijspraak heeft bepleit. De A-G concludeert op die grond tot ambtshalve cassatie. De HR verwerpt het cassatieberoep.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 27 september 2007, nummer 22/002264-06, in de strafzaak tegen: G.I.J.. Adv. mr. G.E.M. Later, te 's‑Gravenhage.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.