Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2015/2219 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) en tot vervanging en intrekking van Besluit 2005/681/JBZ van de Raad
Artikel 20 Indiening van de rekeningen en kwijting
Geldend
Geldend vanaf 24-12-2015
- Bronpublicatie:
25-11-2015, PbEU 2015, L 319 (uitgifte: 04-12-2015, regelingnummer: 2015/2219)
- Inwerkingtreding
24-12-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2015, PbEU 2015, L 319 (uitgifte: 04-12-2015, regelingnummer: 2015/2219)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Algemeen
EU-recht / Instituties
1.
De rekenplichtige van Cepol zendt de voorlopige rekeningen van het begrotingsjaar (jaar N) uiterlijk op 1 maart van het volgende begrotingsjaar (jaar N + 1) aan de rekenplichtige van de Commissie en de Rekenkamer toe.
2.
Cepol zendt een verslag over het budgettair en financieel beheer voor het jaar N uiterlijk op 31 maart van het jaar N + 1 aan het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer toe.
3.
De rekenplichtige van de Commissie zendt de voorlopige rekeningen van Cepol voor het jaar N, die met de rekeningen van de Commissie zijn geconsolideerd, uiterlijk op 31 maart van het jaar N + 1 aan de Rekenkamer toe.
4.
Na ontvangst van de opmerkingen van de Rekenkamer over de voorlopige rekeningen van Cepol voor het jaar N op grond van artikel 148 van het Financieel Reglement maakt Cepol's rekenplichtige de definitieve rekeningen van Cepol voor dat jaar op. De uitvoerend directeur dient deze voor advies in bij de raad van bestuur.
5.
De raad van bestuur brengt advies uit over de definitieve rekeningen van Cepol voor het jaar N.
6.
Uiterlijk op 1 juli van het jaar N + 1 zendt de rekenplichtige van Cepol de definitieve rekeningen voor het jaar N, samen met het in lid 5 bedoelde advies van de raad van bestuur, toe aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer.
7.
De definitieve rekeningen voor het jaar N worden uiterlijk op 15 november van het jaar N + 1 bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
8.
De uitvoerend directeur zendt de Rekenkamer uiterlijk op 30 september van het jaar N + 1 een antwoord op haar opmerkingen toe. De uitvoerend directeur zendt dit antwoord tevens toe aan de raad van bestuur.
9.
De uitvoerend directeur verstrekt het Europees Parlement op zijn verzoek, overeenkomstig artikel 165, lid 3, van het Financieel Reglement, alle inlichtingen die nodig zijn voor het goede verloop van de kwijtingsprocedure voor het jaar N.
10.
Vóór 15 mei van het jaar N + 2 verleent het Europees Parlement op aanbeveling van de Raad, die met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, de uitvoerend directeur kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het jaar N.