JWB 2017/67
Voor de vestiging van de (externe) aansprakelijkheid van een bestuurder van een rechtspersoon-bestuurder op grond van 6:162 BW geldt niet de aanvullende eis dat ook die bestuurder persoonlijk een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt.
HR 17-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:275
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 februari 2017
- Zaaknummer
15/03646
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:275, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1224, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑07‑2015
- Wetingang
Essentie
Voor de vestiging van de (externe) aansprakelijkheid van een bestuurder van een rechtspersoon-bestuurder op grond van 6:162 BW geldt niet de aanvullende eis dat ook die bestuurder persoonlijk een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt.
Samenvatting
Casus
Verweerster heeft met A. B.V. ('A') een overeenkomst gesloten voor de verkoop van druiven. B. B.V. ('Holding') is bestuurder van A. Het bestuur van Holding wordt gevormd door eiser en zijn broer.
Verweerster heeft een vordering ingesteld tegen A op de grond dat A lagere verkoopopbrengsten en hogere douanekosten heeft opgegeven dan de werkelijke bedragen. A is hangende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.