AB 2017/362
Indien de rechter afwijkt van het oordeel van een andere rechter, dient hij zijn oordeel zodanig te motiveren dat het, ook in het licht van de beoordeling door die andere rechter, voldoende begrijpelijk is.
HR 22-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2452, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 september 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/03468
- Noot
R. Ortlep
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927522:1
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Tuchtrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2452, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:430, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2017
- Wetingang
Art. 6:74, 6:162, 7:400 BW
Essentie
Indien de rechter afwijkt van het oordeel van een andere rechter, dient hij zijn oordeel zodanig te motiveren dat het, ook in het licht van de beoordeling door die andere rechter, voldoende begrijpelijk is.
Samenvatting
Bij de beoordeling van deze klacht dient tot uitgangspunt dat aan het oordeel van de tuchtrechter dat is gehandeld in strijd met de voor het desbetreffende beroep geldende normen en regels, niet zonder meer de gevolgtrekking kan worden verbonden dat de betrokkene civielrechtelijk aansprakelijk is wegens schending van een zorgvuldigheidsnorm. Indien de rechter afwijkt van het oordeel van de tuchtrechter, dient hij zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.