Einde inhoudsopgave
Statuut voor de personeelsleden van Europol
Artikel 17
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1999
- Bronpublicatie:
03-12-1998, PbEG 1999, C 26 (uitgifte: 30-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-12-1998, PbEG 1999, C 26 (uitgifte: 30-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Ongeacht de rang die hij bekleedt, is iedere functionaris verplicht zijn meerderen bij te staan en van raad te dienen; hij is verantwoordelijk voor de uitvoering van de taken welke hem zijn toevertrouwd.
De functionaris die belast is met de zorg voor de gang van zaken in een tak van dienst, is verantwoordelijk tegenover zijn superieuren voor de uitoefening van het gezag dat hem is toegekend, alsmede voor de uitvoering van de door hem verstrekte opdrachten. De eigen verantwoordelijkheid van zijn ondergeschikten ontheft hem in genen dele van de verantwoordelijkheid welke hij zelf draagt.
Mocht hem een bepaalde opdracht onregelmatig voorkomen of mocht hij menen dat de uitvoering daarvan nadelige gevolgen van ernstige aard kan meebrengen, dan dient de functionaris, zo nodig schriftelijk, zijn rechtstreekse superieur van zijn zienswijze op de hoogte te stellen. Indien deze de opdracht schriftelijk bevestigt, moet de functionaris haar uitvoeren, tenzij de opdracht strijdig is met de strafwetten of de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften. Ook kan hij de directeur verzoeken, overeenkomstig artikel 22 een besluit over de kwestie te nemen.
De functionaris die van een delict wordt beschuldigd, stelt de directeur daarvan onverwijld op de hoogte.